Nominatie Gouden Label – De pianoversie van een orkestcompositie of de orkestversie van een pianocompositie is altijd een compositorische meerwaarde. Dit blijkt vooral uit de pianotranscripties van Beethovens symfonieën door Franz Liszt.
Nominatie Gouden Label – De pianoversie van een orkestcompositie of de orkestversie van een pianocompositie is altijd een compositorische meerwaarde. Dit blijkt vooral uit de pianotranscripties van Beethovens symfonieën door Franz Liszt.
Bewerking, transcriptie, adaptatie, arrangement. Waar steekt het verschil? Liszt maakte aan de piano wel degelijk het onderscheid tussen een bewerking en een transcriptie. Allereerst omwille van de mogelijkheden van de moderne piano met zeven octaven. Transcripties worden ook arrangementen genoemd, hoewel strikt genomen transcripties trouwe adaptaties zijn van de oorspronkelijke tekst, terwijl bij arrangementen wezenlijke en dus belangrijke elementen van de originele partituur gewijzigd of aangepast worden.
Franz Liszt bewerkte als jonge, briljante virtuoos eigen werk maar ook veel composities van anderen. Rond 1830 introduceerde hij als 19-jarige pianovirtuoos met zijn pianoversie van de Symphonie fantastique van Berlioz, de term transcriptie (“Transkription” in het Duits) voor pianobewerkingen (“Klavierübertragungen”). Die hielden het midden tussen een eerder volgzame bewerking van het origineel en een vrije fantasie. Liszt maakte als componist/pianist het onderscheid tussen bewerkingen (“Bearbeitungen”), reminiscenties, fantasieën, uittreksels (“Auszüge”) parafrasen en transcripties. De mogelijkheden van de nieuwe pianotechniek en pianobouw werden dermate groot dat hij zowel orgelwerken, vocale composities (bv. liederen van Beethoven en Schubert), operafragmenten en orkestcomposities naar zijn pianistische hand zette. Omgekeerd is een bijzonder ingenieuze transcriptie bv. de meer dan knappe orkestversie die hij maakte van zijn eigen meesterlijke Mephisto Wals nr.2, voor piano solo, opgedragen aan Camille Saint-Saëns.
De echte waarde en meerwaarde van de transcripties van Liszt van Beethovens symfonieën komt pas tot uiting wanneer we ze vergelijken met deze van Ernst Pauer (1826-1905), Otto Singer (1833-1894) of recentelijk met de vereenvoudigde versies van de Amerikaanse pianist William Wallace (°1956). Pauer en Singer maakten carrière in Londen en in de VS en Pauer heeft daarenboven ook nog eens de uitgave van de integrale pianomuziek van Beethoven en de transcripties van Liszt verzorgd. Bij Liszt geen piano uittreksels maar echte transcripties, “een zo trouw mogelijke Ré-écriture van het origineel, eerder dan de virtuoos-pianistische dramaturgie van de opera parafrasen”, schrijft de Franse musicoloog en Liszt specialist Bruno Moysan in het tekstboekje. Niets toevoegen, zo weinig mogelijk weglaten, virtuoze versieringen zijn enigszins toegelaten, maar de essentie en vooral de structuur van de oertekst moeten behouden blijven.
De violist François-Antoine Habeneck (1781-1849) liet als oprichter en eerste dirigent van het Orchestre de la Société des concerts du Conservatoire in 1828 op zijn concerten het Parijse publiek voor het eerst kennis maken met de symfonieën van Beethoven. Hij dirigeerde trouwens niet echt maar leidde als eerste violist het orkest vanuit de partituur van de 1ste violen. Liszt transcribeerde in1837 en 1838 de symfonieën nrs. 5, 6 en 7. Die werden in 1840 gedrukt en door Liszt opgedragen aan de schilder en violist Dominque Ingres met wie hij in Rome Beethovens vioolsonaten had gespeeld. Zijn transcripties van Beethovens negen symfonieën werden uiteindelijk in 1865 gepubliceerd. Deze droeg hij op aan zijn schoonzoon Hans von Bülow die op dat ogenblik nog gehuwd was met Cosima, maar haar toch reeds moest delen met Richard Wagner. In 1862 was trouwens Berlioz’ tekst “Etude critique des Symphonies de Beethoven” verschenen als tweede hoofdstuk van zijn “À travers chants, Études Musicales, Adorations, Boutades et Critiques”. Berlioz was nl. naast componist ook muziekcriticus van het “Journal des débats” en schreef voor de “Revue et gazette musicale de Paris”.
Yury Martynov
De uitvoering van deze fantastische pianomuziek door Yury Martynov (°1969) is overweldigend goed. De heel doordachte structuur, de thema’s, motieven en motiefverwerkingen, de modulaties, de stemvoering en vooral de harmonie (wellicht het wezenlijkste bestanddeel van grote kunstmuziek), komen aan de piano toch zo mooi transparant tot uiting. Toch wanneer Yury Martynov speelt, want deze Russische pianist speelt verbluffend mooi. Hij speelt trouwens naast piano ook klavecimbel, pianoforte, orgel en clavichord. Komt daarbij dat Yury Martynov op deze cd de transcripties van de symfonieën 4 & 5 magnifiek speelt op een gerestaureerde Blüthner vleugel uit de tijd van Liszt. Beethovens symf. 1 & 7 speelt hij op een Erard vleugel. De prachtige Blüthner op zijn nieuwste cd werd in 1867 gebouwd in Leipzig maar werd in 2013 gerestaureerd door Edwin Beunk van de prestigieuze firma Edwin Beunk & Johan Wennink in Enschede. Met de heel bijzondere instrumenten uit hun waardevolle collectie zijn trouwens ondertussen al 200 opnamen gemaakt. Deze opname is gerealiseerd onder het meer dan waakzaam oor van tooningenieur Franck Jaffrès in de Doopsgezinde Gemeentekerk van Haarlem. De vier cd’s met de transcripties van Liszt van Beethovens symfonieën zijn alle uitgegeven door Zig-Zag Territories (ZZT). Het is nog even wachten op Beethovens 9de maar de vier reeds verschenen cd’s zijn alle heel schitterende uitvoeringen en telkens heel goed opgenomen. De transcripties zijn als vertaalde composities een immense meerwaarde voor de 19de pianoliteratuur en als opnamen zijn ze een immense verrijking van de Beethoven discografie. Heel bijzonder dus en daarom warm, warm aanbevolen. Bravo!