Aan de Rijn staat een mysterieus, koepelvormig gebouw in late “Art Nouveau" stijl. Mystieke schilderijen stellen Wagners vier Ringdrama’s voor. Een authentieke, imponerende Ode aan de Drakendoder uit Bayreuth. Een heel bijzondere plek. Op weg naar de Drakenrots ontmoet de wandelaar in het idyllische Königswinter nabij Bonn aan de Rijn, op een eerbiedwaardige plek de “Nibelungenhalle”. Veel mythes zijn er rond dit gebied in het Zevengebergte. De Drachenfels was volgens de Nibelungen sage de plaats waar de jonge Siegfried de draak doodde, op aanraden van een vogeltje (cfr.Waldvogel) in het bloed baadde waardoor hij met uitzondering van de plek tussen zijn schouders waar een lindeblad bleef kleven, onkwetsbaar werd, de taal der vogels begreep en gedachten kon lezen (cfr.Mime).
Aan de Rijn staat een mysterieus, koepelvormig gebouw in late “Art Nouveau" stijl. Mystieke schilderijen stellen Wagners vier Ringdrama’s voor. Een authentieke, imponerende Ode aan de Drakendoder uit Bayreuth. Een heel bijzondere plek. Op weg naar de Drakenrots ontmoet de wandelaar in het idyllische Königswinter nabij Bonn aan de Rijn, op een eerbiedwaardige plek de “Nibelungenhalle”. Veel mythes zijn er rond dit gebied in het Zevengebergte. De Drachenfels was volgens de Nibelungen sage de plaats waar de jonge Siegfried de draak doodde, op aanraden van een vogeltje (cfr.Waldvogel) in het bloed baadde waardoor hij met uitzondering van de plek tussen zijn schouders waar een lindeblad bleef kleven, onkwetsbaar werd, de taal der vogels begreep en gedachten kon lezen (cfr.Mime).
Op deze rijke mythische plaats werd in 1913 als “Gedächnistempel” voor de 100ste geboortedag van Richard Wagner en als hulde aan de dichter en componist van "Der Ring des Nibelungen” door de Berlijnse Wagnervereniging een “Kuppelbauhalle in Späten Jugendstil“ gebouwd. Een monument voor de Drachenfels-Drachensage-Nibelungensage ter ere van de schepper van de vier geniale “Ringopern” Das Rheingold, Walküre, Siegfried en Götterdämmerung.
De vader van dit “Baugedank” was de Berlijnse schilder Herman Hendrich. Van Hendrichs hand zijn de twaalf grote schilderijen met scènes uit de "Ring" en schilderijen in de apsis met het Wagner reliëf in vulkanische, Drachenfelser Trachitstein, met voorstellingen uit de Parsifal mythe. Het Wagner reliëf (“Gedenkstein”) draagt het opschrift “Ehrt Eure Deutschen Meister”. De schilderijen zijn voorstellingen van o.a. Der Wolkenwanderer, Die Frühlingsgöttin, Die Riesenburg, Rübezahlsgarten, Der Wolkenschatten, Der Donnergott, Die Nebelfrauen, Der schlafende Riese, Siegfried en Vorfrühling im Riesengebirge. Andere heten Rheingold, Freya’s Garten, Nibelheim, Hundingshütte, Walkürensturm, Waldweben, Die schlafende Brünnhilde, Siegfried und Fafner, Brünnhilde’s Erwachen, Die Nornen, Siegfried’s Tod en het indrukwekkende Wotan-Götterdämmerung.
De twee Berlijnse architecten Hans Meier en Werner Behrendt (1869–1943) zetten de ideeën van de schilderijen van de kunstenaar om in architectuur en creëerden dit bijzondere gebouw. De schilder Hermann Hendrich werd geboren in 1854 in Heringen a/d Werra en overleed in 1931 in Schreiberhau (heet vandaag “Szklarska Poręba”) in het Reuzengebergte waar de reus Rübezahl woonde, nu op de grens tussen Tsjechië en Polen. Hendrich stichtte een Wagneriaanse kunstenaarskolonie in Schreiberhau waarbij tal van kunstenaars en vrijdenkers zich aan het einde van de 19de eeuw aansloten. Het waren Carl en Gerhart Hauptmann, Karl Wilhelm Diefenbach, Wilhelm Bölsche, Bruno Wille, Hanns und Hannah Fechner, Anna Teichmüller, John Henry Mackays, Georg Wichmann, Alfred Koeppen, Werner Sombart, Alfred Ploetz, Johannes Bruno von Hülsen, Berhard en Alfred Wilm, Paul Aust, Friedrich Iwan, Erich Fuchs, Johannes Wichmann, Franz Metzer, Willi Oltmanns (de beeldhouwer van het indrukwekkende “Völkerschlachtsdenkmal” in Leipzig), Alfred Nikisch, Werner Knips-Hasse, Sabine en Georg Reicke, Felix en Lili Deutsch, de schrijfster Ruth Storm en uiteraard Hermann Hendrich zelf.
De “Zwölf Großgemälde zur Nibelungensage” en de “Gemälden zum Parsival Mythus” komen uit de voormalige Halle Deutscher Sagenring. Deze Halle werd in 1929 naar oud Germaans gebruik tijdens de Sommersonnenwende, in Burg an der Wupper (nu deel van Solingen) geopend. Het initiatief tot de bouw kwam van Bernhard Juchmann, (1900 – 1980). Hij zette Hendrich er toe aan de Halle Deutscher Sagenring te ontwerpen en het was ook Juchmann die in 1930, het initiatief nam om de schilderijen onder te brengen in de Nibelungenhalle. De Sagenring werd tijdens WO II verwoest. De meeste andere schilderijen van Hendrich bevonden zich in de Hendrichsaal van de villa van Dr. Paul Wassily (1868-1951) in Kiel. De villa is tijdens WO II volledig vernield. Hendrich ontwierp ook de illustraties voor de roman “Loki, Roman eines Gottes” van de jong overleden, joods/Duitse dichter en schrijver Ludwig Jacobowski (1868-1900), goede vriend van Rudolf Steiner.
In 1903 bouwde de architect Bernhard Sehring de “Walpurgishalle” in oud-germaanse bouwstijl op de Hexentanzplatz in Thale/Harz. Binnenin kwamen schilderijen van Hendrich bij Goethe’s Faust. De grote Duitse schrijver Theodor Fontane (1819-1898) schreef zijn roman “Cécile” in 1887 in Thale. Een belangrijk moment in de roman is wanneer Cécile een opvoering van Wagners “Tannhäuser” bezoekt. Het was ook vanop zijn balkon van het “Hotel Zehnpfund” dat Fontane het meisje zag, gekleed met “Ledergürtel und Matrosenkragen”, dat model zou staan voor zijn “Effi Briest” (1896).
Oude symbolen
In Konigswinter ontwierp de architect en beeldhouwer Franz Josef Krings (1886–1968) overigens afkomstig uit Königswinter, de “Außenskulpturen” en de reliëfs van de Nibelungenhalle. Hij ontwierp grote half-reliëf sculpturen (buiten) in axiaal symmetrische opstelling van de hoofden van de goden Wotan en Loki (Loge), de reuzen Fasolt en Fafner en de helden Hagen en Siegfried. Links en rechts op de monoliet boven de ingang draagt de hoeksteen bas-reliëfs met dwergen die het Nibelungen goud bewerken: twee die het edelmetaal gieten en drie aan een aambeeld, waarvan één van hen met zwaard en ring.
Een wandtapijt als “nordischer Vorhang“, “Die Nornen an der Weltesche”, van de Jugendstil kunstenaar August Wilckens (1870-1939), verbonden aan de Webschule in het toen Pruisische, nu Deense Scherrebek, stelt de drie Nornen voor aan de Weltesche Yggdrasil bij het spinnen van het noodlot (“Schicksalsfäden”). Deze “große Vorhang in der Eingangshalle” scheidt de ronde Hauptsaal af van de Vorraum. De drie Nornen of Schicksalsfrauen Urd (oorsprong), Verdandi (wordend) en Skuld (schuld), die reuzenkinderen en zusters waren van elkaar, woonden naast de bron van Urd onder de moederboom Yggdrasil in Asgard, het hemelrijk met de twaalf paleizen van de goden, vervaardigd van goud en edelstenen. Urd, de oudste, was de eerste norn en vertegenwoordigde het noodlot of de verleden tijd. Verdandi (wordende) weefde het heden en Skuld de toekomst. Vandaar ook het Duitse woord “Altweibersommer” voor wat men in het Frans “l'été indien” noemt, warme dagen in de herfst.
Van een tak van deze boom der kennis maakte Wodan zijn speer. Bij het afkraken van de tak verloor hij weliswaar een oog. (cfr. De hoed van de Wanderer over de helft van zijn gezicht…). Het drietal onderhield daarop de levensboom Yggdrasil door witte leem op het almaar rottende hout te smeren. Hun weven, spinnen en/of zingen wordt gesymboliseerd door de cirkelvormige hal.
De bodem van de “Säulensechsecks” toont een voorstelling gebaseerd op de Noorse kosmologie. Een in het midden liggende schijf van de aarde is omgeven door een groot hexagram, waardoor zich een 60 meter lange slang, de Midgard slang, slingert die volgens de oude Noorse sage in de wereldzee leeft en de aarde (“Erdkreis”) omslingert. Het hexagram wordt gevormd door twee driehoeken, de oude symbolen voor vuur water.
Drachenhöhle
In 1933 werd n.a.v. de herdenking van Wagners overlijden de ”Drachenhöhle” gebouwd. Een sfeervolle, halfdonkere gang leidt de bezoekers naar een groenachtige, glinsterende vijver waar een bemoste 13 meter lange, gesculpteerde draak ligt, Fafner.
Franz Josef Krings, de architect en beeldhouwer, modelleerde de draak naar het voorbeeld van een prehistorische sauriër uit het Trias.
In de vijver leven watersalamanders (“Teichmolche”). Vanuit de aanwezigheid van de draak werd in 1958 een “Reptilienzoo” opgericht. In meer dan 40 terraria worden ca. 100 levende reptielen uit Noord-en Zuid- Amerika, Australië, India, Indonesië, Afrika, Madagaskar, Papua Nieuw-guinea en de Salomon eilanden geëxposeerd. U wordt er hartelijk verwelkomd door Heinrich en zijn twintig jaar jonger vrouwtje Alice, twee kanjers van Mississippi-alligators… Niet te missen!