Castraten, mannen die als kind voor hun puberteit werden gecastreerd om hun hoge stem te kunnen behouden, bestonden reeds voor de 17de eeuw maar werden vooral in de barok zeer gewaardeerd. Vrouwen mochten immers niet in het openbaar optreden en dus werden vrouwelijke rollen door castraten gezongen.
Dit boek gaat over een jongen die dit lot ondergaat en opgroeit tot een volwassene met een prachtige stem maar met veel verdriet ook.
Castraten, mannen die als kind voor hun puberteit werden gecastreerd om hun hoge stem te kunnen behouden, bestonden reeds voor de 17de eeuw maar werden vooral in de barok zeer gewaardeerd. Vrouwen mochten immers niet in het openbaar optreden en dus werden vrouwelijke rollen door castraten gezongen.
Dit boek gaat over een jongen die dit lot ondergaat en opgroeit tot een volwassene met een prachtige stem maar met veel verdriet ook.
Ik heb zelden problemen met de cover van een boek. Op het eerste zicht lijkt de foto een monnik in zwarte habijt te zijn maar het is een jonge vrouw met zwarte sweater en kap. Daar is niets op tegen maar de achtergrond met het verwarmingselement, het moderne raam en het gordijn maakt het geheel ongepast bij een verhaal dat speelt in de 18de eeuw.
Het tweede storende element is de domme keuze van de titel. De klokken in het boek refereren aan echte kerkklokken die als een rode draad door het verhaal zijn bedoeld (doch onvoldoende uitgewerkt). Maar als je schrijft over een castraatzanger, mag je toch wel even nadenken. Mocht de keuze opzettelijk zijn, dan is het eenvoudigweg platvloers. Ik kan hier echt geen verantwoorde symboliek in zien.
De roman zelf is goed geschreven, misschien hier en daar wat archaïsch in woordkeuze en stijl.
Het verhaal boeit van begin tot eind. Wat men voor de zangkunst over had dat men jongetjes castreerde is niet te vatten … het leed.
De duidelijkst uitgewerkte rode draad in de roman is het verhaal van Orpheus en Euridice, die uiteindelijk leidt tot de première van de gelijknamige opera van Gluck. De rol van Orpheus werd oorspronkelijk geschreven voor castrato-mezzosoprano maar later herschreven voor tenor.
Ik zocht op You Tube naar het lied “Che faro senza Euridice” (Waar moet ik heen zonder Euridice) het lied dat Mozes, het hoofdpersonage in het boek, op het podium zingt en vond verscheidene uitvoeringen, door tenoren én door mezzosopranen. De mooiste vond ik uiteindelijk deze:
http://www.youtube.com/wa
Che farò senza Euridice
Dove andrò senza il mio ben.
Euridice, o Dio, risponde
Io son pure il tuo fedele.
Euridice! Ah, non m´avvanza
più socorso, più speranza
ne dal mondo, ne dal cel.
Ook Mozes zal zijn geliefde vinden maar weer verliezen…
Om te besluiten: Het is een mooie roman in een historisch vrij juist kader en met enkele opmerkelijke passages. De moeite waard om te lezen als men niet te veel verwacht.