Er zijn een aantal instrumenten waarvan men zegt dat ze het meest de menselijke stem, zoniet de menselijke ziel benaderen. Het instrument dat hierbij het meest naar voor springt, is mijns inziens de viool. Omdat het mijn instrument van keuze was? En als dat zo is, leidt dit tot vooringenomenheid? Dat laatste poog ik in de vier cd’s die hier besproken worden alvast te vermijden…
Er zijn een aantal instrumenten waarvan men zegt dat ze het meest de menselijke stem, zoniet de menselijke ziel benaderen. Het instrument dat hierbij het meest naar voor springt, is mijns inziens de viool. Omdat het mijn instrument van keuze was? En als dat zo is, leidt dit tot vooringenomenheid? Dat laatste poog ik in de vier cd’s die hier besproken worden alvast te vermijden…
**** De geboorte van de viool
Ricercar is een van de labels gespecialiseerd in oude(re) muziek. Le Miroir de Musique onder leiding van Baptiste Romain en bespeler van de renaissance viool, brengt samen met sopraan Sabine Lutzenberger een bloemlezing uit de beginjaren van wat zou uitgroeien tot een van de populairste instrumenten uit de geschiedenis van de Europese en door de Europeanen beïnvloede culturen.
Voorlopers van de viool zijn de vedel en de ‘Lira da Braccio’. De officiële viool dateert uit 1523, aan het hof van Savoye voor het eerst voor publiek bespeeld. Uit dit instrument groeide de hele familie strijkers zoals we ze vandaag kennen. Er waren nog tal van andere aanverwante strijkinstrumenten waarvan een deel het maar een korte tijd volhield. De viool van 1523 onderging ook enorme aanpassingen. Kan je ze wel echt vergelijken met een viool van vandaag? Speel maar eens hetzelfde stuk op het oude en op een nieuw instrument tezamen…
Met de cd die voorhanden ligt, wordt gewezen op het nog zeer intieme karakter van de viool die in haar beginjaren niet geschikt was om grote zalen te vullen. Het was ook nog niet het solo-instrument zoals we het nu kennen. Op deze cd krijg je soloklanken maar ook wordt de viool de tweede stem van een sopraan die enkele religieuze en wereldlijke gezangen, bedoeld voor een kleinere groep luisteraars, brengt. Daar de muziek is geschreven voor kleine ruimtes – de viool had nog geen draagkracht, net als de luit en andere instrumenten – en de zangstem het volume aanpaste aan de omgeving, kan de uitvoering soms saai overkomen. De oorzaak hiervan is niet een te vlakke interpretatie van de uitvoerders maar ons misvormd oor dat teveel geluid gewend is. CD’s als deze moet je dus meer dan één keer beluisteren, je moet je die muziek eigen leren maken. Dat de uitvoerders deze muziek eigen zijn, komt niet in vraag. De zuiverheid spreekt voor zich, geen vibrato dat stoort, geen instrument dat een minder juiste toon produceert. Het evenwicht is sterk, zo’n balans krijg je niet veel te horen. Het enige wat we missen, is voldoende frasering. Soms is de muziek wat kaal. Of ben ik ook meer dan ik besef, slachtoffer van het hedendaagse teveel aan geluiden?
***** Amandine Beyer, een portret
Wie Amandine Beyer zegt, zegt barokviool. Zig-Zag Territoires maakte een portret van haar met een dubbel-cd met in het inlegboekje een gesprek waar Beyer haar muzikale ziel blootlegt. Wàt ze vertelt, verklappen we niet, je kan het in het Frans en Engels lezen (neen, zoals in 99,5% van de inlegboekjes, géén Nederlands).
Johan Sebastian (1685 – 1750) en Carl Philip Emmanuel Bach (1714 – 1788), Antonio Vivaldi (1678 – 1741): het zijn net als Arcangelo Corelli (1653 – 1713) grote namen die de viool verwenden met talloze composities. Jean –Féry Rebel, minder bekend misschien maar niet te onderschatten tijdgenoot van vader Bach; Nicola Matteis (ca.1670 – 1714) is minder bekend net als Robert De Visée (1655 – 1732/33) maar hun muziek die Beyer in dit muzikaal portret speelt, is van hoge kwaliteit en het is des te meer een zeer goede keuze hun werk in dit overzicht op te nemen.
CD 1 bevat sonates en suites, CD 2 doet luisteren naar concerto’s.
Beyer zingt en springt, energiek en toch zacht, meeslepend en wiegend, nooit vervelend noch slaapverwekkend. Ze speelt viool zoals het mag en met een ziel voor muziek gesteund op een virtuoze techniek. Dit geeft de stralende glans van de barok in de breedste facetten weer. Je krijgt er ook een energieopstoot van. Ja, de kracht van muziek… Dit muzikale portret is meer dan dat van Amandine Beyer alleen. Het is meteen een portret van de barokmuziek én een portret van de (barok)viool. Een drie-eenheid. Mooi toch?
**** Vioolsonates van Brahms
Nog maar eens, hoor ik je al denken, de vioolsonates van Brahms. Er zijn veel opnames en je hoort ze ook regelmatig in de concertzaal. In een overzicht van wat viool kan zijn, van het ontstaan over de barok tot de hoogromantiek, en dan? Dan kan je Brahms niet omzeilen.
Het risico van werken die je veel hoort en goed kent, is dat je aandacht niet meer gespannen geraakt. Er moet ‘iets’ zijn dat je de oren doet spitsen. En zie, daar overkwam me wat ! Terwijl ik een ‘eerste beluistering’ deed (tja, een cd recenseer je niet in een handomdraai) had ik bezoek van een aantal Romakinderen in mijn afgelegen ‘luisterhuis’. “Luister maar” zei ik, maar de kinderen begrepen de muziek niet meteen.
En toen? Toen bekroop me de dansmicrobe. Een van de kinderen deed met veel plezier mee en de Sonates 1, 2 en 3 kregen een andere dimensie. Niet alleen begonnen die kinderen te luisteren en mee in de muziek op te gaan, maar uw ervaren luisteraar onderging een soort luistermetamorfose. Nu pas, jawel, voelde ik de ware diepte van deze sonates. Altijd vond ik ze mooi, meeslepend, maar ik ontdekte, al dansend op deze muziek, dat ik de ware diepte nog niet gevat had. Alles kreeg zoveel meer zin, veel meer schoonheid, weelde, behaaglijke ongedwongenheid. Het duo musici, violisten Cahterine Manoukian en pianiste Gunilla Süssmann hadden ons bezig moeten zien… Dat hebben ze niet, maar ik heb met o zo veel meer ‘goesting’ opnieuw geluisterd en opnieuw o zoveel meer gehoord. Niet alleen door die dans, maar ook door het bronsgekleurde sonore samenspel in de wat zwoele sonates.
Zo een cd beluisteren? Dat zullen ze bij uitgeverij Berlin Classics niet verwacht hebben, jij ook niet, ik ook niet. Hoe dan ook: deugdoend!
**** Contrabas, grote zus van…
De viool bleef niet moederziel alleen als strijkinstrument. Zo kreeg ze onder meer een grote zus, de contrabas. Die grote zus heeft een minder gevarieerd aanbod als het erop aankomt in de schijnwerper van het podium te staan. Contrabassist Rick Stotijn kon bij Channel Classics een cd realiseren waar zijn instrument de toon bepaalt.
Met deze cd luisteren we niet alleen naar de contrabas maar ook naar recentere muziek. Astro Piazzola (1921 – 1992), Nino Rota (1911 – 1979) en Manuel De Falla (1876 – 1946). Geen renaissance, geen barok, geen romantiek, maar hoe dan ook muziek! De Vier Seizoenen van Buenos Aires van Piazzola zijn niet zozeer voor de contrabas bedoeld als solo-instrument maar daar hoor je in deze niets van. Wel integendeel. Je hoort meesterlijke virtuositeit door Stotijn, gesteund door violiste Malin Broman. Je weet niet wanneer de contrabas de leiding doorgeeft aan de viool en omgekeerd. Dat is sterk, zeer sterk. Het evenwicht in onverbeterlijk. De samenspraak met het orkest – het Zweeds Radio Orkest onder leiding van Simon Crawford Phillips – is al even perfect tot in de allerkleinste details. Een zelfde gedrevenheid horen we in het Divertimento Concertanto van Rota, een te weinig uitgevoerd werk dat bovendien de contrabas in de kijker plaatst. Opvallende extra aan deze waardevolle uitvoering waar je niets hoort dat niet mag, is dat ze live is opgenomen.
Het derde werk op deze cd is de Siete Canciones Populares Españolas van De Falla, hier in een bewerking voor contrabas en harp, bespeeld door Lavinia Meijer. Voor de bewerking van Piazzola en De Falla tekent Marijn van Prooijen.
De harp blijft delicaat op de achtergrond en waar ze op het voorplan treedt, doet ze dat fonkelend wat je een gevoel van een frisse zonnige lentemorgen geeft. De contrabas zingt, zingt, zingt. “Laten we maar even naar Spanje trekken”, vertelt de contrabas ons, “het is er zo vrij van zenuwachtige geladenheid”…