Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!
De gemeente Zaventem pakt weer uit met een musical van formaat, indrukwekkend qua gegeven én bezetting: solisten, koren, musici, figuranten jong en oud, samen zo’n 200 man op de scène. Een traditie die teruggaat tot 1999 met de musical ‘Het Meisje van Zaventem’.
Ter gelegenheid van het Van Dijckjaar werd de oude operette van Emiel Hullebroeck over kunstschilder Antoon Van Dijck, die ooit in Zaventem verbleef en er een romance beleefde met een plaatselijke schone, herwerkt tot een musical. Omdat Zaventem over geen ruime theaterzaal beschikte werd de sporthal omgetoverd tot een theater. Het was qua enscenering en belichting telkens behelpen en inventief zijn.
De burgemeester was destijds zo onder de indruk dat hij opperde dat dergelijk totaalspektakel thuishoorde in een theaterzaal en hij zich daarvoor zou inzetten. Er gingen vele jaren overheen. Inmiddels zijn we aan de 10de editie toe van deze musicaltraditie. Sedert vorig jaar is Zaventem een prachtig cultureel centrum rijk, De Factorij, op de voormalige site van een fabriek. Een architectonisch pareltje met een prima akoestiek, waar menige grootstad stik jaloers op kan zijn. Dat schept natuurlijk hoge verwachtingen.
Het gegeven
Uitbuiting, kinderarbeid… het is geen verhaal van lang geleden, noch van wantoestanden die uitgeroeid zijn. Gewetenloze mensen die zich verrijken op de kap van sukkelaars zijn er altijd. Kruisende levens in de poel van het bestaan. Het programmeren van de musical Daens heeft nog altijd een maatschappelijke relevantie. Er worden geen extreme situaties geschetst, want ruim 100 jaar later, in de 21ste eeuw, waren er nooit eerder in de menselijke geschiedenis meer slaven dan nu: gedwongen bedelarij, kinderarbeid, kindsoldaten…
Een kwart van de moderne slaven zijn kinderen en een derde zijn sekswerkers. De musical Daens is Vlaams in hart en nieren, een productie van Studio 100, die in 2008 in première ging in het voormalige postgebouw Antwerpen X. Het is een bewerking van de film van Stijn Coninx, die op zijn beurt gebaseerd is op de historische roman Pieter Daens van Louis Paul Boon. Aan de basis ligt een sterk artistieke team: script en liedteksten Allard Blom, regie Frank Van Laecke, muziek Dirk Brossé. Zijn composities leveren een grote creatieve bijdrage tot het Vlaamse muziekpatrimonium.
Nu men de eerste keer in een goed uitgeruste theaterzaal kan spelen, zou men denken dat men alles uit de kast ging halen om te imponeren en dat gebeurt slechts met mondjesmaat. Er had meer in deze productie geïnvesteerd kunnen worden zowel in de acteursbegeleiding als techniek. Tenslotte speelt men toch vijf maal voor een uitverkochte zaal.
Vormgeving
Een scène is een leegte vol mogelijkheden. Het decor is uiterst sober, toont een grote poort die toegang geeft tot het fabrieksterrein. Côté cour en côté jardin een trap met een balkon waar links de typische contouren van een fabriekshal bovenuit steken, de wereld van de uitgebuite arbeiders. Rechts een gekleurd glasraam en de leefwereld van de gegoede burgerij.
Na een mooie intro opent de fabriekspoort. Een imponerende massa volk stroomt de scène op. Op de fonddoek worden telkens beelden geprojecteerd die de plaats van handeling situeren. Jammer dat dit middel niet meer wordt uitgespeeld. Daens is een sociaal drama. Er zouden eventueel beelden kunnen getoond worden van kinderarbeid, want dat blijft wereldwijd een gore schande. Theater kan wel de wereld niet veranderen maar wel een eyeopener zijn en de mensen alert houden. Geslaagd is in dat verband de scène van de opstand waar ruiters te paard chargeren en inrijden op de massa. Dat loopt door in de scène waar een chaos ontstaat bij de stakende arbeiders. Velen vluchten weg, anderen vallen gewond neer. Beeldmateriaal en actie vormen zo een verlengde van elkaar.
Verschillende personages zijn niet diepgaand uitgewerkt. De werkleider heeft niet het allooi van een smeerlapje. Hij is té soft. Ook de figuur van Adolf Daens, vertolkt door Dirk Cauwelier, toch de dragende rol, komt niet voldoende uit de verf. Een priester die botst tegen de grenzen van zijn engagement. Een rol die vraagt om introspectie tot emotionele uitbarstingen. De dualiteit tussen zijn volgzaamheid aan Rome en zijn verzet tegen onrecht. Zijn vertolking blijft vrij vlak. Het gaat er niet alleen om toonvast te zingen maar ook een personage neer te zetten van vlees en bloed.
Geloofwaardiger is de rol van Jos Vernelen als bisschop Stillemans. Zonder overdrijving typeert hij de zelfverzekerdheid, de arrogantie van de chique geestelijke, net zoals Bart Vinck als de rijke en corrupte Charles Woeste, Gusje Verbergt als de moeder, Bart De Wandeleer als Pieter Daens en niet te vergeten Evelien Bruers die alternerend met Camille Ooghe de rol van de opstandige Nette vertolkt. Een musical is een reis tussen woord en zang. In beide registers trekken ze hun streng.
Evelien Bruers beschikt over een mooie stem en overtuigt ook in de ontluikende liefde voor Jan De Meeter gespeeld door Wesley Van Der Veken. Een meisje dat zich verzet tegen het onrecht, maar geknakt wordt wanneer ze door de werkleider brutaal wordt verkracht. De paar luchtige sequenties, om de balans in evenwicht te houden, zitten goed en worden met vuur verdedigd door een hele rist amateur acteurs en actrices. Ook de gevechtsscène komt realistisch over, is mooi in beeld gebracht en wordt secuur uitgevoerd. Wie aangenaam verrast is Johnny Imbrechts als de gatlikkende pastoor Ponnet, begerig naar gezag en status. Hij doet dat met overgave en gevoel voor humor én timing. Bijzonder sfeervol en aangrijpend is het lied Lacrimosa Lacrimosa een en al sereniteit.
Wat de massa scènes betreft: de mensen doen wat hun gevraagd wordt met inzet van lijf en leden. Wat mooi is in Zaventem, dit musicalgebeuren is zowel cultureel als educatief een sociaal gebeuren. Iedereen is welkom. Alle deelnemers vormen één grote familie. Samen zingen en masse culmineert in iets onzegbaar mooi en hartverwarmend.
Eindconclusie
Van de eigen invulling van regisseur Hugo Segers had ik meer verwacht. In de uitdieping van de karakters van de hoofdpersonages viel er weinig nuance waar te nemen van de vibraties die de protagonisten en antagonisten naar elkaar projecteren. Resultaat: je wordt niet meegesleept in het verhaal, het sleept zich eerder voort. Links en rechts van mij en in de wandelgangen hoorde ik dezelfde bedenkingen. Het eindbeeld is wel mooi: er staat een massa volk op het podium, groot en klein, jong en oud, een collectief voor wie zang en spel een fantastische vrijetijdsbesteding en verrijking is.
De choreografie van de jonge Ivan Schauvliege is aan de magere kant. De massa komt naar voor, splitst, danst een polonaise of draait kringetjes op de scène. Het gebeurt gedisciplineerd maar laat het publiek op zijn honger. Eén scène springt er uit: face à face, daar zit tenminste wat punch in. Ook de belichting is vrij mat en egaal. Dat kon verfijnder.
Een woord van lof verdienen Evelyne Dirix en Lukas Schillebeeckx voor hun voorbereiding van het kinderensemble. Je merkt dat de kinderen er graag bijhoren en hun rol vervullen met overtuiging en speelplezier. Ze vinden ook een warme omkadering bij de volwassen spelers. Deze onderdompeling in het mysterie en de magie van het theater is voor velen een opstap naar latere cultuurparticipatie. Verder vermelden we graag Griet Grypdonck, pianobegeleiding bij de repetities en Laura Campion als zangcoach. De muzikale leiding berust bij dirigent Jeffrey Dirix die de muzikanten tot een expressieve interpretatie weet op te tillen. Het sobere affichebeeld is van de hand van Jef Borremans, leerling aan de Kunstacademie afdeling Beeldende Kunst.