**** In korte tijd kreeg ik twee cd's in handen met telkens een bijzonder interessante uitvoering van het Concerto voor klarinet van Mozart naast andere composities van zijn hand.
New Century Baroque, Choeur de Chambre Namur, Benjamin Dieltjens (klarinet) en Leonardo García Alarcón kwamen met een originele visie op de proppen en plaatsten dit concerto tegenover Mozarts Requiem . De bespreking hiervan leest u in een vorige bijdrage.
**** In korte tijd kreeg ik twee cd's in handen met telkens een bijzonder interessante uitvoering van het Concerto voor klarinet van Mozart naast andere composities van zijn hand.
New Century Baroque, Choeur de Chambre Namur, Benjamin Dieltjens (klarinet) en Leonardo García Alarcón kwamen met een originele visie op de proppen en plaatsten dit concerto tegenover Mozarts Requiem . De bespreking hiervan leest u in een vorige bijdrage.
Claudio Abbado combineert het met andere concerto's voor blazers van dezelfde componist. Hij dirigeert op deze cd het Orchestra Mozart, een internationaal kamerorkest dat gevestigd is in Bologna. Solisten zijn Alessandro Carbonare (klarinet), Jacques Zoon (fluit) en Guilhaume Santana (fagot). Voor ons niet de meest bekende namen, maar de keuze van Claudio Abbado staat borg voor de kwaliteit. Abbado is een man naar mijn hart die – moet het gezegd – het hart op de juiste plaats heeft en ondanks problemen met zijn gezondheid opnieuw aan de top van het dirigentenpantheon figureert.
Op dezelfde cd staan ook het Concerto voor fluit nr. 2 in D (KV 314) en het Concerto voor fagot in b (KV 191). Uit de catalogusnummers kan u opmaken dat deze uit een vroegere periode stammen dan het klarinetconcerto dat in het laatste levensjaar van Mozart geschreven werd… met andere woorden: aan de top van zijn kunnen. Maar zowel het fluitconcerto als dat voor fagot zijn je reinste Mozart, laat daar geen twijfel over bestaan.
Bijzonder lyrisch
Ook voor meer details over "inhoud en vorm" van het klarinetconcerto – en ik kan niet voldoende onderstrepen wat voor sublieme muziek dit is – verwijs ik graag naar mijn vorige bijdrage. De uitvoering van Alessandro Carbonare is bijzonder lyrisch. Hij speelt op een modern instrument dat iets minder 'warm' klinkt dan een historisch exemplaar maar zo veel briljanter uit de hoek komt en ook meer virtuositeit toelaat. Ook de snelste passages rollen in deze live-opname van het podium de zaal in alsof het niets was. Zoals vermeld, hebben we geen autograaf van deze compositie, wel voldoende geautoriseerde versies. Carbonare speelt alles wat er staat… en zelfs méér. Ok, een cadens is wat het is – vrije invulling, soms zelfs door de componist zelf aangegeven of compleet uitgeschreven – maar ik hou niet van versiering om de versiering zoals hier en daar te horen. Waarom doet de solist dat? Omdat hij het kȧn! En omdat de dirigent het toelaat… De tempi zijn in hetzelfde bedje ziek. Het adagio wordt naar mijn smaak iets te snel afgehaspeld zodat de emotie – eigen aan deze ontroerende brok muziek – ook afzwakt. Klankdosering en dynamiek zijn wel bijzonder mooi. De inzetten en afrondingen van elke muzikale frase puntgaaf.
Dantesk dichtwerk
Tijdens zijn verblijf in Parijs, winter 1777-1778, krijgt Mozart een bestelling van drie fluitconcerto's van geneesheer en begenadigd fluitist Ferdinand Dejean. Ondanks een ruime vergoeding slaat Mozart maar met matige goesting aan het werk. Was hij niet de man die ooit zei "Wat klinkt er valser dan één fluit? Twee fluiten!"
Het Concerto voor fluit nr. 2 (KV 314) is niets anders dan een transcriptie van het hoboconcerto dat al ettelijke keren te horen was in Mannheim. Mozart excuseert zich hiervoor in een brief aan zijn vader. "Hoe wil je dat ik (iets goeds) componeer voor een instrument dat ik haat." Dat zullen de fluitisten onder u niet graag lezen. De muziek is nochtans best behoorlijk en de uitvoering ervan door Jacques Zoon verdient alle lof. Zijn "bel canto" is hoorbaar dwars door de meest virtuoze passages heen. De man zingt met zijn instrument en declameert de muzikale zinnen als waren het lange verzen van een dantesk dichtwerk.
Pure muziek
Last but not least vertolkt Guilhaume Santana het Concerto voor fagot in b (KV 191). In 1774 voltooide Mozart zijn enige concerto voor fagot. Het solorepertoire voor dit instrument is tot op heden vrij beperkt gebleven. Natuurlijk heeft iedereen als kind het gehoord als de opa in Peter en de Wolf van Sergej Prokofiev en als de brombeer in The Young Persons Guide to the Orchestra van Benjamin Britten. Het concerto van Mozart is een en al sprankeling en stelt hoge eisen aan de solist. Vooral in het eerste deel (allegro) met een cadens van Santana zelf, volgen gigantische sprongen van hoog naar laag en omgekeerd en supersnelle arpeggio's elkaar op dat het een lieve lust is. Het is dan ook met volle teugen dat we genieten van deze pure muziek. In het adagio laat Mozart de fagot zingen, een opdracht die Santana piekfijn uitvoert… tot tranen de je in de ogen komen. In het afsluitende rondo tempo di menuetto kriebelt je hele lijf. Zin om te dansen? Waarom niet! Tot op het laatste ogenblik houden Santana en Abbado het tempo vrij hoog en het einde komt als een verrassing. Alsof zowel componist als uitvoerder ons meedelen: het is genoeg geweest.