**** Samen met het Kwintet voor klarinet en strijkers in A (KV 581) uit 1798 behoort het Concerto voor Klarinet in A (KV 622) tot de allermooiste muziek voor dit instrument in de hele muziekliteratuur. Beide werken worden dan ook vaak op één cd geperst. We denken niet toevallig aan de versie van Walter Boeykens (1938-2013) met inderdaad "op elke noot een kaarsje" (ET'CETERA – KTC 5261).
**** Samen met het Kwintet voor klarinet en strijkers in A (KV 581) uit 1798 behoort het Concerto voor Klarinet in A (KV 622) tot de allermooiste muziek voor dit instrument in de hele muziekliteratuur. Beide werken worden dan ook vaak op één cd geperst. We denken niet toevallig aan de versie van Walter Boeykens (1938-2013) met inderdaad "op elke noot een kaarsje" (ET'CETERA – KTC 5261).
Het kwintet is een van de meest perfecte creaties die ooit neergepend werden, een absoluut meesterwerk.
Het concerto is het laatste orkestwerk van Mozart. In zijn laatste levensmaanden was hij ook nog bezig aan Die Zauberflöte (KV 620) en het Requiem (KV 626) dat, zoals bekend, om financiële redenen postuum voltooid werd door zijn leerling Franz Xaver Süssmayr.
Mozart hield zeer veel van de klarinet, een instrument dat toen nog relatief nieuw was en door zijn vriend Anton Stadler (1753-1812) verder ontwikkeld werd. Pikant detail: de originele partituur (autograaf) van het concerto is nooit teruggevonden en men verdenkt Stadler ervan ze "verloren" te hebben om zelf met de eer te gaan lopen van deze briljante compositie.
Aangehouden evenwicht
Opvallend is alvast het aangehouden evenwicht tussen orkest en solist en de ongeëvenaarde inspiratie van de opeenvolgende thema's. Mozart op het toppunt van zijn kunnen. Kort samengevat. Het eerste deel – een allegro in sonatevorm – is ietwat speels en zoekt als het ware naar thema's die elkaar aanvullen. Het tweede deel (adagio) is een subliem cantabile, een melodie die telkens opnieuw diepe ontroering opwekt. Ook de finale (allegro in rondovorm) bevat de ene vinnige vondst na de andere.
Toevallig of niet kregen we twee cd's in handen met telkens een bijzonder interessante uitvoering van dit werk, naast andere composities van Mozart.
Het Concerto voor klarinet combineren met het Requiem is minder vreemd dan op het eerste gezicht lijkt. Het New Century Baroque, met als solist Benjamin Dieltjens op historische klarinet – de bassethoorn waarvoor het concerto eigenlijk geschreven werd – en het Choeur de Chambre de Namur onder leiding van Leonardo García Alarcón gingen op zoek naar "emotionele inversie". Emotie – en met name lyrische nostalgie – is het sterkst aanwezig in het klarinetconcerto en veel minder in het onafgewerkte Requiem. Alarcón gaat nogal ver in zijn purisme en laat het Sanctus, het Benedictus en het Agnus Dei achterwege als zijnde prachtige muziek van… Süssmayer, maar niet van Mozart. De meester had wel praktisch alle belangrijke vocale delen "geschetst" (met uitzondering van het Lacrimosa waarvan slechts de eerste acht maten van hemzelf zijn). Het doet een beetje denken aan een grote schilder zoals Rubens die, eenmaal de ruwe schets op het doek, veel liet afwerken door zijn assistenten. Dit is volgens ons geen reden om zo'n werk in flarden te scheuren (lees: onvolledig uit te voeren) en we blijven dus op onze honger. Opnametechnisch valt het ook wat tegen, vooral in de tutti-passages met koor.
Zeldzame schoonheid
De opname van het concerto voor klarinet is dan weer puntgaaf op alle gebied. De uitvoering door Benjamin Dieltjens is van een zeldzame schoonheid. "Omdat de autograaf nooit werd teruggevonden – er bestaat alleen een kopie die in Riga werd achtergelaten door Stadler zelf – zijn we eigenlijk nog steeds op zoek naar details, ook met betrekking tot het instrument zelf, die ons kunnen helpen bij het streven naar de ware authenticiteit." U moet het horen om het te geloven hoe bovenaards de inzet van elke passage wel klinkt, hoe zuiver de klank, hoe warm en 'menselijk' de stem van dit instrument. Dat hierbij niet over één nacht ijs werd gegaan – maar wel maanden aan gewerkt werd – is overduidelijk. Het geheel mist wel de schittering van een modern instrumentarium. Het is alsof een zeer fijne waas over het (muzikale) beeld hangt. De gustibus et coloribus…