Tekst Michel Dutrieue
***** Bij Accent verscheen ‘Concerti d’Amore”, de nieuwe cd van het Ensemble Il Gardellino o.l.v. Marcel Ponseele. Het gaat over solo-, dubbel- en triple concerti van Telemann, Vivaldi en Graupner, gespeeld op waardevolle, historische instrumenten. De oboe d’amore, flauto d’amore en de viola d’amore, in vergetelheid geraakte instrumenten, bepaalden de naam van de cd. Warm, zoet en soms een tikkeltje melancholisch, maar heel bijzonder en vooral heel mooi.
De kwaliteit van deze cd is niet alleen te wijten aan de prachtige muziek en de bijzondere instrumenten, maar vooral ook aan de uitzonderlijke uitvoerders. Enkele even voorstellen.
Hoboïst Marcel Ponseele (°1957) studeerde hobo en kamermuziek aan de conservatoria van Brugge, Gent en Brussel. Hij legde zich toe op barokhobo en werd in 1981 laureaat van de befaamde, internationale wedstrijd Musica Antiqua in Brugge. Sindsdien speelde hij in tal van gereputeerde barokorkesten en lag hij samen met Philippe Herreweghe aan de basis van L’Orchestre des Champs-Elysées. Hijzelf leidt de Harmonie des Champs-Elysées. In 1988 richtte hij met Jan De Winne en Shalev Ad-El “il Gardellino” op, waarvan hij artistiek leider is. Marcel Ponseele geniet een internationale reputatie als barokspecialist en wordt door talloze dirigenten als solist gevraagd voor concerten en cd-opnames bij diverse labels. Hij heeft zowat alles uitgevoerd en opgenomen wat Bach, Vivaldi, Mozart en anderen ooit voor hobo hebben gecomponeerd en samen met zijn broer Francis bouwt hij nu oude instrumenten na die wereldwijd als referentie gelden. Marcel Ponseele was als docent hobo verbonden aan het CNSM de Paris, legt zich vandaag toe op zijn ensemble en geeft overal ter wereld masterclasses.
Fluitist Jan De Winne studeerde fluit en muziektheorie aan het conservatorium en de universiteit van Gent. Hij studeerde traverso aan het Brusselse muziekconservatorium bij Barthold Kuijken en werd in 1987 eveneens laureaat van de wedstrijd voor Oude Muziek in Brugge. Tussen 1990 en 2005 was Jan De Winne op zijn beurt verbonden aan verschillende internationale muziekensembles (o.a. Orchestre des Champs Elysées, Collegium Vocale Gent, Wiener Akademie,). Door zijn interesse voor oude instrumenten bouwt ook hij kopieën van 18de en 19de eeuwse traverso’s. Jan De Winne is leraar traverso en historische uitvoeringspraktijk aan het Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse van Parijs en leraar historische kamermuziek aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Sinds een paar jaar is hij artistiek directeur van het label Passacaille.
Ryo Terakado (°1961) uit Santa-Curz in Bolivië begon op 4-jarige leeftijd met viool spelen. Op zijn veertiende won hij de tweede prijs in de All-Japan Youth Musical Competition. Hij studeerde viool, kamermuziek en dirigeren aan de Toho Gakuen School of Music. In 1983 werd hij derde op de All-Japan Music Competition. Meteen na zijn studies werd hij gevraagd als concertmeester voor The Tokyo Philharmonic Orchestra, waar hij 2 jaar bleef. Op zijn 19de begon hij barokviool te spelen en enkele jaren later was hij medeoprichter van het barokensemble Concert Spirituel. In 1985 volgde hij in Nederland barokviool aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Sigiswald Kuijken. Momenteel is hij concertmeester bij La Petite Bande en het Bach Collegium Japan. In 1987 was hij medeoprichter van the Tokyo Baroque Trio (Tokyo Baroque). Sinds 1997 is hij permanent dirigent bij Les Boreades en in 1999 richtte hij het strijkers kwartet Mito dell’Arco op, dat debuteerde in Japan.
Mika Akiha begon viool te studeren op de leeftijd van vier. Ze studeerde viool aan de Hogeschool van Toho Gakuen en het College of Music in Tokio. Toen ze zeventien was begon ze barokviool te studeren bij Natsumi Wakamatsu. Na het Toho Gakuen College of Music in Tokyo ging ze naar België om te studeren bij Sigiswald Kuijken aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel en slaagde voor haar eindexamen barokviool en barok altviool met “grote onderscheiding”. Ze gaf concerten met Les Agréments, il Gardellino, La Petite Bande, Il Fondamento, Le Concert Lorrain, Pygmalion, Ricercar Consort en het Bach Collegium Japan en maakte opnamen voor labels zoals Klara, accent, BIS, RICERCAR, Avex Classics, Uitdaging, ALM verslagen, DENON et mirare. etc.
Violiste Sophie Gent werd geboren in Perth in Australië waar ze een Bachelor viool behaalde en ging vervolgens naar het Koninklijk Conservatorium van Den Haag bij Ryo Terakado. In 2005 behaalde ze er haar Masterstitel met de grootste onderscheiding. Als student was ze medeoprichter van het ensemble Opera Quarta, dat eerste prijzen wegkaapte op de International Van Wassenaer Competition in Nederland en op het International Premio Bonporti Concours in Italië. Hun eerste cd, met trio sonates van J.M. Leclair, kreeg in juli 2007 een Diapason d’Or. Ze is nu eerste viool van het Ricercar Consort en neemt deel aan verschillende grote festivals en concertreeksen van oude muziek, zoals the Boston Early Music Festival, Montreal Baroque, The Festival Itinéraire Baroque en The Edinburgh Festival. Ze speelde als soliste met het Ensemble Masques van Olivier Fortin, Les Muffatti, Capriccio Stravagante, Il Complesso Barocco, The Bach Concentus en het Collegium Vocale Orchestra.
Klavecinist en organist Shalev Ad-El werd in 1968 geboren in Israel. Hij studeerde aan het Royal Conservatory en speelde als solist in alle leidinggevende orkesten van zijn geboorteland, waaronder ook in het Israel Philharmonic Orchestra. Nu is hij als dirigent en als solist geregeld te gast op ‘s werelds meest prestigieuze podia, zoals Prague Spring, Brugge festival, Gewandhaus, Berlin Konzerthaus en Kammermusiksaal, Israel Festival, New York’s 92Y, Haendel-Festspiele at Halle, Suntory hall and Opera city of Tokyo, Sydney Chamber music festival, Mexico City Cenart, Bogota Banco de la republica, Innsbruck festival, London’s Wigmore Hall, in Saintes en op het Leipzig Bachfest. Van 1997 tot 2007 was hij geregeld dirigent van het Philharmonisch Orkest van Halle/Saale. Hij was ook gastdirigent van de Berlin Symphony, de Bogota Symphony en het Sydney festival orchestra. Ad El is ook gelinkt aan het Dorian Consort, de Stadivarius Soloists of the Berlin Philharmonic orchestra, de Accademia Daniel en de Oslo Baroque Soloists. Hij geeft afwisselend les aan de Dresden Academy for Early Music, de Brno Masaryk University en de Boston-University en gaf masterclasses aan het Moscow conservatory, Tallinn, Rheinsberg castle, Florida State University, Interlocken MI, Bloomington IN, Longy school of music, Fukuoka Japan, Beijing Academy of music, Instituto superior of Havanna, Conservatorio de Lima, Conservatorio de La Paz, La universidad Catolica de Buenos Aires, Academy for performing arts of Hong Kong, Sydney en aan de universiteit (UNIRIO) van Rio de Janeiro. In 2008 won hij de prestigieuze FASCH-AWARD voor zijn bijdrage tot de herwaardering van de centraal-Germaanse barokmuziek.
Nieuwe cd
Op deze nieuwe cd staan vier concerti voor solo-instrumenten, strijkers en basso continuo. Van Telemann, het Triple Concerto in E voor traverso (fluit), oboe’amore en viola d’amore en zijn Concerto in A voor oboe d’amore, van Vivaldi, het Concerto in D voor viola d’amore (RV 392) en van Johann Christoph Graupner (1683-1760), het Dubbelconcerto in G voor flauto d’amore en viola d’amore (GWV 333). De uitvoering is optimaal, want niet alleen beheersen de tien musici hun instrumenten perfect en is hun uitvoeringswijze historisch verantwoord, hun instrumenten zijn ook zo bijzonder.
Zo beluistert u bvb. een viool uit 1690 van de Milanees Giovanni Grancino (1637–1709), viola’s d’amore en een flauto d’amore uit de 18de eeuw, een Franse cello uit 1768 en de hobo waarop Marcel Ponseele speelt, is een zelf gebouwd instrument naar een hobo van Johann Heinrich Eichentopf (ca. 1678-1769) uit Leipzig, die goed bevriend was met J.S.Bach. Eichentopf zou overigens de Oboe da cacchia gebouwd hebben naar aanwijzingen van Bach, die het instrument o.a. voorschreef in zijn cantate “Ärgre dich, o Seele, nicht”, BWV 186. Een meerwaarde dus en een reden te meer om via deze cd deze oude instrumenten beter te leren kennen.
Qua toonbereik is de flauto d’amore of flauto tenore de mezzo onder de traverso’s, de fluit die het midden houdt tussen de flauto traverso in Do en de flauto contralto (soms met een gebogen kopstuk) in Sol.
De viola d’amore verschilt van de viool door zijn zes à zeven darmsnaren en een aantal meeklinkende, metalen resonantiesnaren.
Met deze cd kan u trouwens ook de muziek van Johann Christoph Graupner leren kennen. Hij werd geboren in Kirchberg in Saksen en studeerde bij Johann Kuhnau aan de Thomasschule in Leipzig. Daar raakte hij bevriend met Johann Friedrich Fasch en Johann David Heinichen, werd in 1705 klavecinist in het orkest van Reinhard Keiser en leerde in Hamburg, Händel en Johann Mattheson kennen. In 1712 werd hij kapelmeester van landgraaf Ernst Lodewijk van Hessen-Darmstadt in Darmstadt, waar hij ook de leraar werd van Johann Friedrich Fasch (1688-1758). Die werd op zijn beurt violist in Bayreuth en Leipzig en organist in Bohemen. Fasch stichtte overigens in 1718 in Leipzig het Collegium musicum en werd in 1722 hofkapelmeester in Zerbst in Sachsen-Anhalt. Graupner componeerde zo maar eventjes om en bij de 1500 (nog bewaarde) geestelijke cantaten! maar werd net als J.S.Bach, tegen het eind van zijn leven blind.
De oboe d’amore die in de 18de eeuw werd uitgevonden, werd overigens door Graupner voor het eerst gebruikt, nl. in zijn “Wie wunderbar ist Gottes Güte”, een magnifieke cantate voor de 3de zondag van de advent.
Een bijzondere cd dus, die ik warm aanbeveel.