**** Dat Barbara Hannigan een fenomeen is, kon u al lezen in eerdere recensies op Klassiek Centraal. Haar nieuwe cd waarop ze zowel zingt als haar ensemble Ludwig Orchestra dirigeert, bevestigt dit. Ze combineert daarop hedendaags werk van Luigi Nono en Gérard Grisey met Joseph Haydn onder de titel La Passione.
Werd op haar cd Crazy Girl Crazy (recensie december 2017) Luciano Berio gecombineerd met Alban Berg en George Gershwin, dan pakt ze dit keer die andere gevestigde waarde van de Italiaanse twintigste eeuw aan: Luigi Nono (1924-1990). Djamila Boupacha van Luigi Nono is het eerste deel van haar driedelige luik gewijd aan haar persoonlijke opvatting van “passiemuziek”. Dit stuk voor solostem is meteen een illustratie van haar fenomenale vocale mogelijkheden. Zelfs krijsen is bij haar nog zingen, en ze kan van luid gillen naar subtiel fluisteren schuiven zonder de schoonheid van de stem te teisteren! Zelf noemt ze het in het cd-boekje “my exploration of the modern belcanto”.
Het werk is een krachtige uiting van verzet tegen onrecht omwille van ras en religie: een thema dat zowel de maatschappelijk geëngageerde componist Luigi Nono als Barbara Hannigan erg beroert, en net nu ook ontzettend actueel is. Djamila Boupacha werd gearresteerd en mishandeld wegens haar verzet in de strijd voor een onafhankelijk Algerije. Jesus Lopez Pacheco schreef een gedicht over haar dat Luigi Nono in 1962 op muziek zette. Hannigan is er de ideale vertolkster van. Haar engagement geeft kleur en kracht aan de veeleisende vocale partij die bezwerend pleit voor nieuw licht na een bloedige nacht: Ha de venir la luz.
Het extreem rustig genomen Adagio van de daaropvolgende Symfonie nr. 49 van Haydn, genaamd La Passione, laat even op adem komen. Het sombere van dit begin evoceert een gespannen en passievolle sfeer. De felle uithalen in de andere delen lijken op wanhoop afgewisseld met flarden van verstilde hoop. Een uitvoering op het ritme van lijden en mysterie.
Als derde onderdeel van het programma kiest Hannigan voor liederen van Gérard Grisey (1946-1998), een Franse componist die als aanhanger van het spectralisme beschouwd wordt. Quatre chants pour franchir le seuil put uit zeer verschillende literaire teksten, die uiteraard te maken hebben met de overgang van leven naar dood. De “drempel” van de onderwereld leidt tot angst, nieuwsgierigheid, verwarring en ook tederheid. Misschien logisch voor een componist die maar 52 jaar oud geworden is. In het stuk voor sopraan en vijftien instrumenten doorlopen we een duistere tocht doorheen een nachtmerrieachtige onderwereld. Er zijn gehakkelde woorden, verzen worden herhaald. Nu eens ondersteunt de trompet zacht-helend, dan klinken de kopers en het slagwerk hoog en schril, onhoudbaar scherp op het woord “ange” op het einde van de prelude. Het is duidelijk dat voor Grisey vooral klank telt, veeleer dan woord of tekst. In toonkleuren, harmonische boventonen en geluiden roept hij een aparte apocalyptische sfeer op.
Hannigan produceert wonderlijke klanken zoals in s’immobilisa in het deel Faux Interlude, om maar één enkel voorbeeld aan te halen. Geen wonder dat Hannigan in de begeleidende tekst zegt dat ze er tien jaar aan werkte voor ze er klaar mee was! Het is dan ook een vreemde en vrij ontoegankelijke compositie, die de hoofdmoot vormt van de cd. Zeker geen opname om te koesteren, maar één om met open geest en oor te beluisteren. Een aparte benadering van de muziek in een bewonderenswaardige prestatie van alle muzikanten.
- WAT: La Passione. Luigi Nono, Joseph Haydn, Gérard Grisey
- WIE: Barbara Hannigan, Ludwig Orchestra
- UITGAVE: Alpha Classics 586
- BESTEL HIER: JPC