*** Zowat 15 jaar geleden verscheen de reeks Great Pianists of the 20th Century. In 100 luxueus uitgegeven albums (telkens 2 cd’s) werden de grootste pianisten van de 20ste eeuw “vereeuwigd”. In die reeks zijn er slechts 3 pianisten aan wie drie albums (6 cd’s) gewijd zijn: Claudio Arrau, Alfred Brendel en Artur Rubinstein. Dit om u te helpen de waarde van deze heren in te schatten.
*** Zowat 15 jaar geleden verscheen de reeks Great Pianists of the 20th Century. In 100 luxueus uitgegeven albums (telkens 2 cd’s) werden de grootste pianisten van de 20ste eeuw “vereeuwigd”. In die reeks zijn er slechts 3 pianisten aan wie drie albums (6 cd’s) gewijd zijn: Claudio Arrau, Alfred Brendel en Artur Rubinstein. Dit om u te helpen de waarde van deze heren in te schatten.
Het zal dan wel jeugdsentiment zijn maar we herinneren ons, als was het gisteren, een memorabele uitvoering van het Vierde Pianoconcerto van Ludwig van Beethoven door Claudio Arrau (1903-1991) onder leiding van Sir Colin Davis (1927-2013). Laat dit nu het enige zijn dat niet in de reeks Great Pianists en evenmin in de pas verschenen box met “Rarities" te vinden is…
Oude koeien uit de gracht, hoor ik u opmerken. Dan moet ik dit even kwijt. In de loop der jaren – de jongste decennia vooral – blijft het technisch kunnen van de beste pianisten (m/v) lichtjes stijgen. Dit heeft onder meer te maken met de wet van de grote getallen. Hoe meer pianisten ter wereld, hoe groter de kans dat er eentje boven de middelmaat uitschiet. Maar dat zou ook net omgekeerd kunnen werken: hoe meer pianisten hoe lager het gemiddelde niveau… Maar blijkbaar gaat steeds meer aandacht naar techniek om de techniek, naar virtuositeit om de virtuositeit – wat onder andere te horen is op pianowedstrijden – en zijn we op het vlak van muzikaliteit over de top heen. Een zeer klein kransje van topmusici uitgezonderd, horen we vaak een trend om “zo veel mogelijk noten per seconde te kunnen spelen”, wat dan als supervirtuositeit beschreven staat. Jammer maar helaas.
Nu waren er in een niet zo ver verleden wel musici te horen die allicht niet schitterden op het vlak van pure snelheid – zeer relatief is dat -maar wel torenhoog uitstaken boven het gros van hun collega’s op reine muzikaliteit. Tot die parels behoren de Great Pianists (hoewel deze reeks beperkt is tot hen die voor een aantal platenlabels – met als belangrijkste EMI, BMG, DGG, Decca, Sony, Vanguard, Vox Music, Teldec – lieten opnemen). Door het tijdschrift Piano Quarterly werd dit “het meest ambitieuze pianoproject in de geschiedenis van de geluidsregistratie” genoemd.
Rarities 1929-1951
De Chileense pianist Claudio Arrau was zeer veelzijdig – van (alfabetisch) Albéniz tot Schubert, via Bach, Balakirev, van Beethoven, Brahms, Chopin, Debussy, Granados, Liszt, Mozart, Schumann en Schubert – maar liet zich blijkbaar niet verleiden tot (in zijn tijd) recente muziek (pakweg de tweede helft van de 20ste eeuw). Het is ook in die periode dat de kunstmuziek zichzelf de das heeft omgedaan door atonale en andere deconstructivistische projecten als enig zaligmakende te oreren. Het “einde van de kunst” zou filosoof Thierry Baudet dit omschrijven, hierbij ook andere kunstvormen betrekkend.
In deze “remastered" box— de jaartallen liegen er niet om – met 3 cd’s bij Warner Classics (waarin recent EMI is opgegaan) vinden we Brahms, van Beethoven, Chopin en Liszt, met onder meer een arrangement door laatstgenoemde van het liefelijke Ständchen van Schubert en van Meine Freuden van Chopin.
Ontdek samen met andere echte liefhebbers van die Scone Konst hoe verschrikkelijk mooi het Pianoconcerto nr. 1 van Brahms klinkt onder de vingers van Arrau, hoe aangrijpend de Mondschein sonate van van Beethoven, hoe knap het Scherzo nr. 4 in E of de Ballade nr. 3 van Chopin en de Pianosonate nr. 17 van Mozart wel kúnnen klinken…
Een aanrader voor uw compactotheek, als u even abstractie maakt van het feit dat wij op het vlak van opnametechniek vanzelfsprekend al geruime tijd wel wat anders gewoon zijn.