De concertserie “Focus Prégardien” sloot zaterdag 28 april af met een vocaal programma waarbij tenor Christoph Prégardien omringd werd door het mannenkoor Camerata Musica Limburg onder leiding van Jan Schumacher. Het individuele liedrecital van tenor met piano werd op die manier gevarieerd tot een koorconcert waarbij de tenor geregeld een solopartij toebedeeld kreeg.
De concertserie “Focus Prégardien” sloot zaterdag 28 april af met een vocaal programma waarbij tenor Christoph Prégardien omringd werd door het mannenkoor Camerata Musica Limburg onder leiding van Jan Schumacher. Het individuele liedrecital van tenor met piano werd op die manier gevarieerd tot een koorconcert waarbij de tenor geregeld een solopartij toebedeeld kreeg. Het was meteen een schot in de roos, want Prégardien gaf ons een zoveelste manifest van de grenzeloosheid waarmee hij de zangliefhebber geboeid houdt. De geprogrammeerde werken waren trouwens stuk voor stuk pareltjes van vocale kunst zodat het een uniek concert voor fijnproevers was. Het bleef trouwens muisstil in de blauwe zaal van de Singel, iedereen zat geconcentreerd en puur te genieten. De componisten op het programma boden een gevarieerde waaier aan profane koorliederen rond het thema van de nacht en het “Ständchen”, de serenade aan de geliefde.
Van Ralph Vaughan Williams en Benjamin Britten hoorden we enkele volksliederen die kunstig maar met groot naturel door tenor en koor vertolkt werden. Meteen was duidelijk met wat een precisie het koor zong zonder ook maar iets aan bezieling in te boeten. Wat een genot op die manier een stukje Britse liedschat gepresenteerd te krijgen. Prégardien voelde zich bij de jonge mannen van het koor – dertigers, vernamen we later – duidelijk thuis. Er was een zichtbare wederzijdse verstandhouding en beïnvloeding, zodat het plezier van “samenzang” moeiteloos naar het publiek oversloeg. De twee koorliederen van Anton Bruckner deden beseffen hoe onvolprezen die componist is wat de miniatuurkunst van het lied betreft en met wat een poëtisch gevoel hij romantische teksten van verfijnde muziek voorzag. De accuraatheid van de uitvoering bezorgde gewoonweg rillingen.
Franz Schubert was aanwezig met solo-liederen en met vocale ensembles. Dat maakte het concert extra interessant, want wanneer hebben we de gelegenheid de liederen die Schubert speciaal schreef voor de fameuze “Schubertiades” eens live en op hoog niveau te horen? In de solo-liederen stelden we vast dat de stem van Prégardien nog steeds zijn mooie heldere en aparte timbre heeft en dat hij ze kleurrijk en expressief in dienst stelt van de inhoud van het lied. Zo werd Über Wildemann een intense tocht doorheen de ontluikende natuur als symbool voor dito verliefdheid en was Wanderers Nachtlied (Über allen Gipfeln ist Ruh) een “moment suprême” van pure verstilling. Prégardien had het publiek zo in de ban, dat er geen zuchtje te horen was. De liederen voor ensemble kregen van Camerata Musica Limburg een vertolking met zorg en ziel. Wat een charme ging er uit van Schuberts Ständchen “Zögernd leise” met de continue klop op de deur van het liefje in de piano en het herhaald vragen om toch gehoord te worden… Heerlijk. Nachthelle vormde een mooie climax van schoonheid en romantische magie. Prégardien moest zijn hoogste noten uit de kast halen, die fijn een nachtelijke echo kregen in het koor. Wonderlijk betoverend. Met een lied van Friedrich Silcher – een Duitse populaire koorcomponist in de romantiek – en Zur Guten Nacht van Schubert dankten solist en koor voor het overweldigende applaus.
Na het concert kreeg het publiek de gelegenheid een interview met de zanger bij te wonen. Op de haar eigen sympathieke en ontwapenende manier liet Chloë Herteleer Prégardien terugblikken op zijn optredens in de Singel, op zijn leven als zanger, pedagoog, vader van een zanger en dirigent. We kregen een kleine hint voor de toekomst: “Singen ist mein Leben”. We mogen gerust zijn: Pégardien zal de stem niet aan de wilgen hangen en enkel dirigeren. Een positief vooruitzicht alvast aan het eind van een prachtige avond, die met goud mag bekroond worden. De concertserie “Focus Prégardien” sloot zaterdag 28 april af met een vocaal programma waarbij tenor Christoph Prégardien omringd werd door het mannenkoor Camerata Musica Limburg onder leiding van Jan Schumacher. Het individuele liedrecital van tenor met piano werd op die manier gevarieerd tot een koorconcert waarbij de tenor geregeld een solopartij toebedeeld kreeg. Het was meteen een schot in de roos, want Prégardien gaf ons een zoveelste manifest van de grenzeloosheid waarmee hij de zangliefhebber geboeid houdt. De geprogrammeerde werken waren trouwens stuk voor stuk pareltjes van vocale kunst zodat het een uniek concert voor fijnproevers was. Het bleef trouwens muisstil in de blauwe zaal van de Singel, iedereen zat geconcentreerd en puur te genieten. De componisten op het programma boden een gevarieerde waaier aan profane koorliederen rond het thema van de nacht en het “Ständchen”, de serenade aan de geliefde.
Van Ralph Vaughan Williams en Benjamin Britten hoorden we enkele volksliederen die kunstig maar met groot naturel door tenor en koor vertolkt werden. Meteen was duidelijk met wat een precisie het koor zong zonder ook maar iets aan bezieling in te boeten. Wat een genot op die manier een stukje Britse liedschat gepresenteerd te krijgen. Prégardien voelde zich bij de jonge mannen van het koor – dertigers, vernamen we later – duidelijk thuis. Er was een zichtbare wederzijdse verstandhouding en beïnvloeding, zodat het plezier van “samenzang” moeiteloos naar het publiek oversloeg. De twee koorliederen van Anton Bruckner deden beseffen hoe onvolprezen die componist is wat de miniatuurkunst van het lied betreft en met wat een poëtisch gevoel hij romantische teksten van verfijnde muziek voorzag. De accuraatheid van de uitvoering bezorgde gewoonweg rillingen.
Franz Schubert was aanwezig met solo-liederen en met vocale ensembles. Dat maakte het concert extra interessant, want wanneer hebben we de gelegenheid de liederen die Schubert speciaal schreef voor de fameuze “Schubertiades” eens live en op hoog niveau te horen? In de solo-liederen stelden we vast dat de stem van Prégardien nog steeds zijn mooie heldere en aparte timbre heeft en dat hij ze kleurrijk en expressief in dienst stelt van de inhoud van het lied. Zo werd Über Wildemann een intense tocht doorheen de ontluikende natuur als symbool voor dito verliefdheid en was Wanderers Nachtlied (Über allen Gipfeln ist Ruh) een “moment suprême” van pure verstilling. Prégardien had het publiek zo in de ban, dat er geen zuchtje te horen was. De liederen voor ensemble kregen van Camerata Musica Limburg een vertolking met zorg en ziel. Wat een charme ging er uit van Schuberts Ständchen “Zögernd leise” met de continue klop op de deur van het liefje in de piano en het herhaald vragen om toch gehoord te worden… Heerlijk. Nachthelle vormde een mooie climax van schoonheid en romantische magie. Prégardien moest zijn hoogste noten uit de kast halen, die fijn een nachtelijke echo kregen in het koor. Wonderlijk betoverend. Met een lied van Friedrich Silcher – een Duitse populaire koorcomponist in de romantiek – en Zur Guten Nacht van Schubert dankten solist en koor voor het overweldigende applaus.
Na het concert kreeg het publiek de gelegenheid een interview met de zanger bij te wonen. Op de haar eigen sympathieke en ontwapenende manier liet Chloë Herteleer Prégardien terugblikken op zijn optredens in de Singel, op zijn leven als zanger, pedagoog, vader van een zanger en dirigent. We kregen een kleine hint voor de toekomst: “Singen ist mein Leben”. We mogen gerust zijn: Pégardien zal de stem niet aan de wilgen hangen en enkel dirigeren. Een positief vooruitzicht alvast aan het eind van een prachtige avond, die met goud mag bekroond worden.