Na het schrijven van twee celloconcerten en twee vioolconcerten wilde Lindberg al lang een concerto voor altviool schrijven. Lindberg realiseert zich dat hoewel de altviool niet zo prominent is als solo-instrument, het een enorme variëteit aan mogelijkheden biedt dankzij de verschillende expressieve mogelijkheden. Terwijl het Altvioolconcert verwant is aan Lindbergs Vioolconcert nr. 1 wat betreft de orkestratie, is het ook verwant aan zijn grandioze en briljante Pianoconcert nr. 3 (2022), dat hij schreef voor Yuja Wang. Hoewel de twee werken erg verschillend zijn, zijn ze gebaseerd op een vergelijkbaar harmonisch idioom dat pentatoniek combineert met boventoonharmonieën. De fanfareachtige opening van het eerste deel introduceert een expansieve en heldere sonoriteit en presenteert de solist als een zelfverzekerde held die de onbetwiste protagonist is van dit muzikale verhaal. De eerste twee delen worden gescheiden door een korte pauze, maar het begin van het tweede deel voelt toch aan als een reactie op de slotakkoorden van het eerste deel. Het laatste deel is veel energieker dan de eerste twee delen. De solist wordt gevraagd een cadens te improviseren, waarna de muziek uitbarst in een levendige finale in asymmetrische maatsoorten. Op het hoogtepunt ontketent het orkest een vuurwerk van kleuren en sluit het werk stralend af.