Die Kunst der Fuge is Bachs laatste compositie en een van zijn meest veeleisende werken. Op dit album onthullen het gambaconsort Phantasm en zijn leider Laurence Dreyfus de verborgen schoonheid van Bachs Opus magnum, dat wordt beschouwd als het hoogtepunt van het fugagenre. Omdat Bach geen specifieke instrumentatie voorschreef, leent het werk zich ook perfect voor uitvoering op gamba’s, zoals hier vastgelegd.

Het stuk is doordrenkt met rijk contrapunt en een levendige dialoog tussen de stemmen en verdient terecht een plaats binnen het consort-repertoire. Bach creëerde een fijnzinnig geconstrueerde en contrastrijke cyclus van fuga’s en canons, vol ontdekkingen en verrassingen. Phantasm begeeft zich met Die Kunst der Fuge op een (onvoltooide) ontdekkingsreis door de fantasierijke wereld van een componist wiens creativiteit geen grenzen kende.

Vier delen uit de cyclus worden uitgevoerd door organist Daniel Hyde, wat dit album compleet maakt. Het vormt een vervolg op de veelgeprezen Well-Tempered Consort-reeks van Phantasm.