Dit negende deel in de Next Generation Mozart Soloists serie brengt vier jonge solisten samen onder leiding van dirigent Howard Griffiths en onthult de enorme breedte van Mozarts creativiteit. Mozart hoorde hoogstwaarschijnlijk voor het eerst een sinfonia concertante – een werk waarin een groep solo-instrumenten een dialoog aangaat met het orkest – in 1778 in Parijs. Het jaar daarop componeerde hij zo’n werk voor viool, altviool en orkest: de Sinfonia concertante KV 364. Het is hier opgenomen door Johan Dalene en Eivind Ringstad, die vol lof zijn over de manier waarop Mozart de altviool gelijke voet gaf met de viool.
Mozart componeerde maar liefst vier hoornconcerten in Wenen; het eerste dat hij componeerde wordt hier uitgevoerd door Alexandre Zanetta, die toegeeft gefascineerd te zijn door de finesse, complexiteit en humor ervan. De pianist Ariel Lanyi beschrijft de twee rondo’s voor piano en orkest KV 382 en KV 386 die hier zijn opgenomen als perfecte voorbeelden van eenvoud en afwisseling, evenals van passages die echt operastijl hebben.