Twee jaar na haar opname van Mozarts pianoconcerten K. 271 en K. 459 keert Olga Pashchenko terug naar het ensemble Il Gardellino met de concerti K. 466 en K. 488. K. 466 staat in D mineur, een toonaard die Mozart vaak gebruikte om de woede van zijn vrouwelijke personages in zijn opera’s uit te drukken. K. 488 werd een jaar later gecomponeerd, in 1786, en staat in de heldere toonsoort van A-groot, maar zonder iets van de theatrale dynamiek van K. 466 te verliezen. Voor Nicolas Derny vertegenwoordigen ze een bijna dramatische, pre-romantische theatraliteit. Hij ziet deze concerti als de voorlopers van twee van Mozarts grootste meesterwerken: het Requiem en Le nozze di Figaro.
Olga Pashchenko bespeelt een replica van een Anton Walter fortepiano (ca. 1792) gebouwd door Paul McNulty