Weinig literaire werken hadden zo’n sterke invloed op de Europese cultuur in de 19e eeuw als Goethe’s “Faust”. Verschillende belangrijke componisten werden erdoor geïnspireerd en Franz Liszt lijkt een bijzonder nauwe band te hebben gehad met Goethes meesterwerk. Hij had het idee voor een symfonie “in drie karakteristieke beelden”, elk opgedragen aan een hoofdpersonage in het stuk: Faust, Gretchen en Mephistopheles. In plaats van het verhaal van het toneelstuk te vertellen, componeerde Liszt een psychogram van deze drie hoofdpersonages. Hij was ook een pionier in het gebruik van leidmotieven, d.w.z. korte muzikale ideeën die een karaktertrek benadrukken of emoties oproepen, een proces dat zijn toekomstige schoonzoon Richard Wagner nog verder zou ontwikkelen in zijn opera’s.
Het Orchestre Philharmonique Royal de Liège, onder leiding van Gergely Madaras, presenteert de originele, puur instrumentale versie van de Faust-symfonie uit 1854. Dit gigantische werk wordt aangevuld met de eerste van de Mephisto-walsen, geïnspireerd door Nikolaus Lenau’s visie op de Faust-mythe. Deze twee werken bieden twee heel verschillende perspectieven op Liszts intense relatie met het personage Faust en in het bijzonder met dat van Mephistopheles, waarrond veel van zijn composities zijn opgebouwd. Het zijn sleutelwerken voor het begrijpen van Liszts esthetische project en de typisch 19e-eeuwse tendens om de kunsten te combineren.
