Na een eerste Brahms-recital dat veel indruk maakte (Alpha 851) en Mozart-concerten (Alpha 1039) die door de pers werden geprezen om hun natuurlijkheid (Gramophone) en vloeiendheid (Le Monde), heeft Jonathan Fournel, die op 27-jarige leeftijd de Koningin Elisabethwedstrijd won en nu een belangrijke figuur is op het internationale podium, besloten een programma op te nemen dat hij al uitgebreid tijdens concerten heeft gespeeld: “Ik hou van Chopins 3e Sonate omdat de melodische lijnen geen verfraaiing nodig hebben. Sonate omdat de melodische lijnen geen verfraaiing nodig hebben, ze zijn al mooi – net zoals de Mona Lisa geen make-up nodig heeft. Hetzelfde geldt voor de meer virtuoze stukken van Szymanowski. Szymanowski is een beetje een Scriabin die zich op volle snelheid heeft ontwikkeld en soms de Weense stijl benadert. Dat vind ik mooi omdat je het kunt verkennen, maar het is geen virtuositeit à la Rachmaninov. Wat ik mooi vind aan deze componisten is dat elk element telt en iets uitdrukt.”