Twee generaties Klassiek Centraal medewerkers gingen samen waarnemen hoe Mozart zijn bekendste opera, meteen ook de bekendste aller opera’s doorheen de geschiedenis, vorm zou gegeven worden door de Italiaanse theatermaker Romeo Castellucci. De meningen zijn gelijklopend en toch zo anders dat we het boeiend vonden ze beide te plaatsen. Eerst lees je de visie van de jonge recensent Jasper Croonen, dan deze van Ludwig Van Mechelen.
Jasper Croonen: Zeemzoet sprookjesverhaal wordt emotionele mokerslag
Zoals verwacht, maakte Romeo Castellucci van Die Zauberflöte geheel zijn eigen ding. Of hoe een zeemzoet sprookjesverhaal plots een emotionele mokerslag werd.
Eigenlijk kunnen we, voor een keer, kort zijn over de muziek. Wat een fenomenale bezetting. Met Gábor Bretz als een fantastische Sarastro, Georg Nigl die Papageno, met Oostenrijks accent, guitig vertolkte en Sabine Devielhe die een indrukwekkende Köningin der Nacht neerzette. Stuk voor stuk ongelofelijk, maar toch overklast door dirigent Antonello Manacorda. Een meesterverteller, de ultieme gids voor het Muntorkest. Een dirigent die perfect begrijpt wanneer de muzikanten zich onderdanig moeten gedragen, maar die er anderzijds de meest bombastische tutti’s uitperst. Wat mij betreft, de ster van de avond.
Maar dan is er natuurlijk die andere grote ster. Het was al maandenlang duidelijk dat dit de grote Romeo Castellucci-show zou worden. Hij staat een hele herfst lang in de spotlights in Brussel, en Die Zauberflöte was de aftrap van de lange rode loper die het culturele najaar voor de Italiaan belooft te worden. Wel de aandacht heeft hij zeker.
Verhaal vol jump cuts
De bekendste opera uit de Westerse canon was bij momenten een onherkenbaar verhaal. Castellucci heeft lustig geknipt in de originele tekst. Geen sprechstimme, dat vooral, maar er zijn een heleboel ingrijpende veranderingen aan het verhaal. Door dat knip- en plakwerk vraagt de regisseur erg veel van z’n publiek. Een toeschouwer die het verhaal niet door en door kent, zal zich ongetwijfeld in de haren krabben door de vreemde jump cuts die het verhaal neemt.
Die verwarring wordt alleen maar verder in de verf gezet door Castellucci’s enscenering. In beide actes zijn de personages visueel inwisselbaar. Voor de pauze in een spierwit decor, dat speelt met symmetrie en flirt met de achttiende-eeuwse operatraditie. Na de pauze gaan Tamino’s beproevingen door in een vale bureaucratisch ruimte, waar iedereen dezelfde overall draagt.
Neus op de feiten
En het is vooral die tweede acte die lang zal blijven nazinderen. Niet zozeer om de enscenering, zo’n fan van beige is niemand. Wel omwille van het tweede verhaal dat Schikaneders libretto doorweeft. Vijf blinde vrouwen en vijf mannelijke burn victims verpersoonlijken de strijd tussen donker en licht. Goed, de dialogen klinken wat gekunsteld omdat de figuranten niet in hun moedertaal voordragen. De weefteksten duren best lang, en zijn wel erg direct. Maar pakkend is het zeker wel.
Het verband tussen beide verhalen is meteen duidelijk, maar het duurt bijzonder lang voor de puzzelstukjes ook definitief op hun plaats vallen. De finale van het Mozartsprookje is bijna anticlimactisch omdat je zo met je neus op de realiteit geduwd bent. Is dit nu hoe catharsis voelt?
Als je een eeuwenoud jolig zangspel over een jong koppeltje wil zien blijf je beter thuis. Want wie op een klassieke Toverfluit hoopte, komt zwaar bedrogen uit. Maar had u dat eigenlijk ooit verwacht van Romeo Castellucci?
Mozarts Die Zauberflöte geleend door Romeo Castellucci?
Gemengde gevoelens, daarmee ging ik richting De Munt voor Mozarts kaskraker, de heerlijke opera waar eenvoud en ernst, licht en duisternis, oppervlakkigheid en diepgang, spontane en platonische liefde in elkaar verstrengeld zitten in een sprookjesachtig verhaal op de wondermooiste muziek.
Waarom die gevoelens gemengd waren? Niet omwille de bezetting, niet omwille de dirigent, maar ja, wel omwille de regisseur, de beroemde – of is het de beruchte? – Italiaanse theatermaker Romeo Castellucci.
Mozarts muziek (deels) gerespecteerd, Schikaneders verhaal zoek geraakt, Castellucci zet alles naar zijn hand
De gevoelens waren terecht gemengd en ze zijn het gebleven. Waar was dat sprookjesachtige verhaal heen? Waar de samenhang in het verhaal? Waar het respect voor Schikaneder, de man die het libretto schreef en met de idee van deze opera op de proppen kwam en Mozart meteen kon overhalen er voor te gaan? Waarom die enorm gereduceerde rol van Papagena? Waarom werd zo geknipt niet alleen in de dialogen die volledig werden weggevaagd, maar ook in de muziek?
Kan je deze uitvoering van Die Zauberflöte wel Die Zauberflöte noemen? Een beetje ja, veel nee. Een beetje ja voor de invulling van het muzikale luik: wat te horen was, was pure Mozart met een sterk orkest dat met deels met periode-instrumenten speelde, een koor dat schitterde en een schare uitmuntende zangers. Veel nee omdat de regisseur het verhaal tot de basis (als je dit de basis kunt noemen) herleidt, veel knipt, het eerste deel omvormt tot een spiegelverhaal dat zich afspeelt in een soort luxe cabaret en een tweede deel dat zeer confronterend licht en duisternis op letterlijke wijze keihard op de scène brengt. Het hoogstaande religieus geïnspireerde gebeuren in en om de Tempel der Wijsheid buigt de regisseur om tot het verhaal van blind geworden vrouwen – zij zijn de ‘nacht’ en door vuur verminkte mannen – zij zijn het ‘licht’ die uitgebreid hun verhaal van hun handicap vertellen.
Oké, het gaat dus toch nog om licht en duisternis die overwonnen wordt door de mensen, in dit geval de blinden en door vuur verminkten want zij overwonnen in hun persoonlijk geval de duisternis door voor het leven te gaan net zoals zij die door vuur bijna verteerd werden het met moed haalden en ook verder leven. Ze overwonnen de oerkrachten van de natuur als het ware. Op zich een zeer sterk element om een pakkend theaterstuk over te maken, maar past het écht in Die Zauberflöte? Moesten die melk afkolvende moeders er echt zitten om te tonen dat het gaat over de band tussen moeder en kind?
Eerlijk, ik verwachtte me aan boe-geroep, maar dat kwam er niet, wel een beleefd applaus. Het enthousiasme bleef weg en ja, dat snappen we. De mensen waren allemaal te fel onder de indruk van het moeilijk te vatten cabaret met jonge danseressen in blote borsten (op zich niet storend en zacht erotisch); de vele struisvogelveren en alles in het wit voor deel één en dan het moeilijk te vatten confronterende voor deel twee. Mezelf kennende zou ik normaal gezien zeer boos geworden zijn, maar omdat de regie toch sterke elementen, zoals ‘de spiegel van de mens’ in beeld bracht ook al past dat niet echt in het verhaal of de visie op de drama’s van licht en donker bevat, besluit ik dat deze opvoering die buiten alle proporties staat een eigen bestaan mag leiden. Een bestaan van een soort theaterwerk dat de muziek van Die Zauberflöte gebruikt om de wereld met spiegelbeelden en drama te confronteren. Mag ik besluiten met te stellen dat het dan eigenlijk toch niet de opera van Mozart en Schikaneder was maar het verhaal van Castelliucci op muziek van Mozart.
De zangers, orkest, koor & directie
Door al de aandacht die Castellucci opeist vergeet je haast welk een bijzonder sterke schare uitmuntende zangers, ideale stemmen en interpreten voor Mozarts Zauberflöte samengebracht werden en (ondanks?) de enscenering er een muzikaal festijn van maakten, begeleid door een orkest uit de duizend, een koor dat soms pakkend zong in een perfect evenwicht en een dirigent die de partituur helemaal begreep en vertolkte met heel zijn ziel. Vanop onze plaats konden we hem gedetailleerd aan het werk zien, niet alleen het handenwerk, maar ook de gelaatsuitdrukkingen, het meelippen van de zang. Zeer volgbare tempi gaf hij aan die adempauzes toelieten en de geraffineerde muzikaliteit nog meer kleur gaven. Muzikaal? Ontegensprekelijk de allerhoogste kwaliteit.
- WAT: Die Zauberflöte van Wolfgang Amadeus Mozart
- WAAR & WANNEER:
- FOTO’S: © DeMunt
- BEZETTING:Muzikale Leiding Antonello Manacorda (18, 20, 21, 25, 27, 28, 02, 03)
Ben Glassberg (23, 26, 30)
Regie, Decor, Kostuums, Belichting Romeo Castellucci
Choreografie Cindy Van Acker
Algoritmische Architectuur Michael Hansmeyer
Aanvullende Dialogen Claudia Castellucci
Artistieke Medewerking Silvia Costa
Dramaturgie Piersandra Di Matteo, Antonio Cuenca Ruiz
Koorleider Martino FaggianiZangers:Sarastro: Gábor Bretz – Tijl Faveyts (20, 23, 26, 28, 02)
Tamino: Ed Lyon – Reinoud Van Mechelen (20, 23, 26, 28, 02)
Sprecher: Dietrich Henschel
Königin Der Nacht: Sabine Devieilhe – Jodie Devos(20, 26, 28, 02)
Pamina: Sophie Karthäuser – Ilse Eerens (20, 23, 26, 28, 02)
Erste Dame Tineke Van Ingelgem
Zweite Dame Angélique Noldus
Dritte Dame Esther Kuiper
Papageno Georg Nigl
Papagena Elena Galitskaya
Monostatos, Ein Mohr Elmar Gilbertsson
Erster Priester / Zweiter Geharnischter Mann Guillaume Antoine
Zweiter Priester / Erster Geharnischter Mann Yves Saelens
Drei Knaben Axel Basyurt, Sofia Royo Csóka, Alejandro Enriquez, Tobias Van Haeperen, Elfie Salauddin Crémer, Aya TanakaDansers
Stéphanie Bayle, Maria De Duenas Lopez, Laure Lescoffy, Serena Malacco, Alexane Poggi, Francesca Ruggerini, Stefania Tansini, Daniela Zaghini, Timothé Ballo, Hippolyte Bouhouo, Louis-Clément Da Costa, Emmanuel Diela Nkita, Aurélien Dougé, Johann Fourrière, Paul Girard, Nuhacet Guerra, Guillaume Marie, Tidiani N’diaye, Xavier PerezAmateurtoneelspelers
Dorien Cornelis, Joyce De Ceulaerde, Monique Van Den Abbeel, Katty Kloek, Lorena Dürnholz, Jan Van Bastelaere, Michiel Buseyne, Johnny Imbrechts, Yann Nuyts, Brecht StautActeurs
Sophy Ribrault, Cinzia Robbiati, Michael Alejandro Guevara, Gianfranco Poddighe, Boyan Delattre / Amos SuchekiSymfonieorkest En Koor Van De Munt
Kooracademie En Kinder- En Jeugdkoor Van De Munt O.L.V. Benoît GiauxProductie De Munt / La Monnaie
Coproductie Opéra De Lille (2019)Met De Steun Van Tax Shelter Van De Belgische Federale Overheid, In Samenwerking Met Prospero Mm Productions Nv En Taxshelter.Be Powered By Ing