Muntintendant Peter de Caluwe is op sociale media en elders constant in de weer om aan te tonen dat zijn theater mét de “protocollen” in deze tijden perfect coronaproof kan draaien. Maar tevergeefs. Ook nu weer moest de nieuwe productie gestreamd zijn première beleven. We zijn het ondertussen gewoon geraakt en een nieuwe beleving rijker geworden. Denk maar aan die fenomenale seizoensopener “Is this the end?” Het leek wel alsof opera écht het digitale tijdperk in gelanceerd werd. Hoe bitter-ironisch moet het zijn om Der Schauspieldirektor nu te beginnen met die fake uitspraak “We kunnen spelen!”
Zo start dit stuk inderdaad, en hier in een geactualiseerde versie natuurlijk. Twee uitgelaten muziekdirecteuren maken de ingedommelde derde met die boodschap wakker. “We hebben toelating om te spelen”. Het is waar roept de ene, een mirakel reageert de andere, maar we mogen de zaal niet vullen is het volgende antwoord. Het virus! Musikdirektor Frank recht gewichtig de rug en schiet wakker. Het is actrice Mieke De Groote. Debuut bij de Munt staat er bij de rolverdeling. Maar ze blijkt meteen dé diva van de avond, zonder één noot te zingen. Indrukwekkend. Haar tegenspelers-directeuren zijn de Franstalige acteur Achille Rudolfi en bariton Dietrich Henschel, een getrouwe uit het Munt team. Hun opdracht? In dat kluwen dat het theaterwezen was en is, met het gevecht en het gevlei om rollen tussen al die rivaliserende artiesten, te kiezen voor de besten.
Mozart was al lang geen wonderkind meer, 30 was hij, toen hij Der Schauspieldirektor schreef in opdracht van de keizer. Hij moest ermee, tijdens een staatsiebezoek in Schloss Schönbrunn, wedijveren met Salieri’s Prima la Musica e poi le parole. Geen wedijver tussen componisten nodig dit keer. Nee, Muntintendant Peter de Caluwe wou, samen met de twee andere Brusselse theaterdirecteurs, Michael De Cock van de KVS en Fabrice Murgia van het Théâtre National, de uitdaging aan om in coronatijden tóch te spelen. Die twee laatste zijn nu de regisseurs. Maar het moet, omwille dan de omstandigheden, streaming worden. En eigenlijk is zo’n streaming best een feestelijke thuisvertoning, met alle details zo duidelijk in beeld en dat alles met een ticket van 10€! Ook al krijgt het publiek van op de Muntscène een sneer: “Spelen voor een publiek dat te lui is om uit hun zetel te komen? ”. Die zin stond toen niet in het libretto, dat leuk en vrolijk is geactualiseerd. Ook het orkest op scène zit er coronaproof bij: gemaskerde strijkers, ongemaskerde blazers. En als de dirigent even een kuchje moet, duiken de muzikanten verschrikt weg achter hun plexiglazen. Eén van de vele covidgrapjes in het stuk. Alain Altinoglu geniet uitgebreid van zijn Mozart. Oorspronkelijk gaat dit stuk over het gekonkelfoes achter de schermen tussen intendanten, zangers en impresario’s onderling om hun favorieten te slijten aan theaterhuizen. In coronatijden wordt dat nu: proberen om artiesten die door de lockdown aan de grond zitten toch aan een job te helpen.
Er zijn trouwens niet alleen muzikanten, zangers en acteurs aan het werk maar ook dansers. Tijdens sommige muzikale fragmenten kunnen we genieten van Nadine Baboy en haar vaste danspartner en choreograaf Hervé Loka Sombo. Alles uitgevoerd in de ondergrondse spelonken en coulissen van de schouwburg, op het voorplein en de trappen van de Munt en in het foyer. Daar verschenen ook even de drie échte Brusselse directeurs en mengden zich in de discussie over hedendaagse bewerkingen van opera’s die uit de mode zijn. Elk heeft er zijn zeg over. Waarom spelen we Mozart niet zoals het er staat, in plaats van die “meta-mise-en-scène”. “Omdat Mozart zelf vond dat het libretto op niks trok”, antwoordt Peter de Caluwe.
In de productie zijn er overigens niet enkel aanpassingen aan het libretto. Ook de oorspronkelijke partituur krijgt nog een paar extra’s mee. Dirigent Alain Altinoglu maakte een keuze uit een stel Mozart klassiekers. De ouverture van Le Nozze is zo’n extra. Want Mozart schreef dit stuk als tussendoortje toen hij ook met Le Nozze bezig was. Aangevuld nog met de prachtige concert-aria “Vorrei spiegarvi, oh Dio” en nog een stukje Toverfluit. Dat alles feestelijk gezongen door de heldere sopranen Simona Saturova en Lenneke Ruiten. Ondertussen gaan in de farce die dat Singspiel toch is, de audities door. Met de povere opmerkingen van de Musikdirektoren over de prestaties van hun respectieve kandidaten: “Niet slecht hé?” Maar het is pas in de laatste samenzang, met ook de voldragen stem van tenor Yves Saelens erbij, dat de eigenlijke moraal van het verhaal vertolkt wordt. Inderdaad, elke kunstenaar wil uniek zijn, wil de beste zijn, moet uitblinken. Toch is het de harmonie die de grootste deugd is, zingen ze samen tot slot.
De Troika – het partnerschap tussen de drie Brusselse theaterhuizen – maakte met deze productie een krachtig statement naar hun publiek én de overheid. Niettegenstaande alle beperkingen laten we jullie niet los en kunnen we tóch spelen. En hoe! Maar de vraag blijft nu nog pijnlijker hangen: wanneer krijgen we toelating van de overheid, wanneer kunnen we nu écht beginnen, coronaproof én met een volle zaal……?
Een gesprek met de drie directeuren genoteerd door Reinder Pols, vind je hier.
- WAT: Der Schauspieldirektor, Wollfgang Amadeus Mozart (1786)
- WAAR: livestream op website De Munt, Brussel
- WANNEER: première 19 februari 2021 (nog te ontdekken tot 26/2)
- REGIE: Michael De Cock (KVS) en Fabrice Murgia (Théâtre National)
- WIE: Symfonieorkest De Munt o.l.v. Alain Altinoglu
- STEMMEN: Mieke De Groote, (actrice), Achille Ridolfi (acteur), Dietrich Henschel (bariton), Lenneke Ruiten (sopraan), Simona Saturova (sopraan), Yves Saelens (tenor), Marie-Aurore d’Awans (actrice), Evelien Van Hamme (actrice).
- DANS: Nadine Baboy en Hervé Loka Sombo
- FOTO’S: © De Munt