Voor de 21ste keer vond in september in de Roemeense hoofdstad het George Enescu festival plaats, een indrukwekkend internationaal muziekfestival genaamd naar de grote Roemeense violist, dirigent en componist George Enescu of Georges Enesco (1881-1955). Kende hij als componist niet zo’n overweldigend succes, dan was zijn werk van het grootste belang voor het muziekleven in Roemenië. Hij stichtte de Vereniging van Roemeense toondichters en bevorderde jong Roemeens talent. In 2018 vindt, tussen 1 en 23 september, opnieuw de tweejaarlijkse Enescu Competition – plaats voorbehouden aan cello, viool, piano en compositie.
Het internationale Enescu Festival beslaat gewoonlijk ongeveer de hele maand september en biedt een uitgebreide keuze uit het overwegend klassieke muziekrepertoire van de vroege barok tot vandaag, de boodschap van George Enescu indachtig : “Muziek is een spirituele kracht die in staat is alle mensen te verenigen”.
En er komen veel mensen, Roemenen en buitenlanders, naar de talrijke concerten van het festival, soms tot vier of vijf op een dag beginnend met een recital om elf uur ’s morgens en eindigend rond middernacht na een barokprogramma met daartussen een concert van een groot internationaal symfonie-orkest. Dit jaar beet het London Philharmonic Orchestra de spits af onder leiding van Vladimir Jurowski, gevolgd door onder meer de Münchner Philharmoniker o.l.v. Valery Gergiev, de Filarmonica della Scala o.l.v. Riccardo Chailly, het Israel Philharmonic Orchestra gedirigeerd door Zubin Mehta, het Orchestra dell’ Accademia Nazonale di Santa Cecilia o.l.v. Antonio Pappano en het Koninklijk Concertgebouworkest Amsterdam met zijn chefdirigent Daniele Gatti. Er waren concertante uitvoeringen van de opera’s Oedipe van Enescu, Mozarts Cosi fan tutte ,“Mathis der Maler van Hindemith en La Damnation de Faust van Berlioz. Vocale in instrumentale solisten waren o.m. Bryn Terfel, Marha Argerich, Gautier Capuçon, Frank Braley, Magdalena Kozena, Misha Maisky, Khatia Buniatishvilli, Anne-Sophie Mutter en Christian Tetzlaff. Er was een concert dat heette “The musical voyages of Marco Polo” en een met Anoushka Shankar en een serie XXI Century Music met o.m. werk van Magnus Lindberg, Rodian Shchedrin en Elliot Goldenthal uitgevoerd door het Hyperion International Ensemble, het Ensemble Modern en een internationaal componisten-forum. Te veel om alles op te sommen. En natuurlijk wordt in dit internationale aanbod ook de eigen George Enescu niet vergeten, dit jaar vertegenwoordigd met 37 composities waaronder twee voor de eerste keer in het festival werden uitgevoerd. En dit gebeurt niet alleen door Roemeense musici. Zo dirigeerde Antonio Pappano zijn Santa Cecilia Orkest in de “Symfonie nr 3 op. 21” van Enescu en Vladimir Jurowski zijn opera Oedipe. Vladimir Jurowski is trouwens dit jaar de nieuwe artistieke directeur van het festival en kreeg het gezelschap van Zubin Mehta als Ere-Voorzitter.
Een keuze maken uit dit rijke programma is niet gemakkelijk. Er zijn zo veel verlokkende concerten en zelfs met drie of vier per dag kom je er niet. Dus liet ik mijn agenda beslissen en koos enkele dagen tussen de start van het Belgische operaseizoen en het Festival van Vlaanderen ! En met de mogelijkheid om Enescu’s muziek en artistieke erfenis te ervaren. Zo zat ik de eerste avond in de grote concertzaal van de Grand Palace Hall voor een uitvoering van La Damnation de Faust van Berlioz door het orkest en koor van de George Enescu Philharmonic o.l.v. de Amerikaanse dirigent John Nelson. Die heeft terecht een reputatie als Berlioz-kenner en –vertolker en wist koor en orkest te inspireren tot een goed afgeronde, spanningsvolle interpretatie met mooie orkestrale kleuren, poëtische momenten en dramatische spanning. Bij de solisten wist vooral Clémentine Margaine te overtuigen als ingetogen, dromerige en gekwetste Marguerite met homogene, expressieve mezzo-sopraan. Nicolas Testé gaf Mephistophélès présence en een prima tekstprojectie maar haalde vocaal toch niet echt het gewenste niveau . Dat was nog minder het geval voor de tenor Peter Hoare (Faust) die weliswaar keurig zong met zijn bescheiden tenor maar ook niets meer. De figuur van Faust met zijn aspiraties en gemoedstoestanden kwam nooit echt tot leven. Prima in zijn korte tussenkomst Serban Vasile als Brander. De ook bij ons bekende regisseur Petrika Ionescu omlijstte Berlioz’ légende dramatique met een stortvloed van mutimedia live projections die alle stijlen en periodes combineerden , compleet overtollig, nietszeggend en storend waren.
De componist Enescu kwam aan bod de volgende avond in het concert van het Orchestra e Coro dell’ Accademia di Santa Cecilia van Rome die onder leiding van hun chefdirigent Antonio Pappano Enescu’s Derde symfonie in C groot (1919-1921) uitvoerden en een rijk georkestreerde, stuwende compositie in warme kleuren lieten horen. Enescu was voorafgegaan door Tsjaikovski en zijn pianoconcert nr 1 in een beheerste, mooi geschakeerde en virtuoze vertolking door de Italiaanse pianiste Beatrice Rana. Even een luchtje scheppen en dan naar de met mooie fresco’s versierde zaal van het Romanian Athenaeum voor een Enescu-, Tsjaikovski- en Mendelssohn-concert door de Russian Chamber Philharmonic uit Sint-Petersburg o.l.v. Juri Gilbo en cellist Misha Maisky. Enescu’s Intermezzi op 12 (1902-03) klonken mooi maar Mendelssohns Italiaanse symfonie werd er door dirigent Gilbo vrij ongenadig doorgejaagd. Verpozen kon men bij Maisky’s vertolkingen van Tsjaikivski’s Nocturne voor cello en orkest en Variaties op een Rococo thema. Na een toemaatje om half een ’s nachts naar bed.
De volgende dag opnieuw naar het indrukwekkende maar stemmige Ateneul Roman voor een zang- recital. Aangekondigd was – niettegenstaande zijn gezondheidsproblemen – de bekende Russische bariton Dmitri Hvorostovsky maar uiteindelijk was het de Letse sopraan Kristine Opolais die het enigszins uitgedund publiek vergastte op een reeks Russische liederen en twee opera-aria’s, afgewisseld met enkele piano-solo’s door haar begeleidster Aleksandra Pospisil-Borodulina. Opolais is duidelijk een theaterbeest die met haar diva-allures en dramatisch temperament soms geen blijf wist in dit recital met haar vrij koele en soms wat harde stem. Niet te verwonderen dat haar vertolkingen van Tsjaikovski’s Tatjana en Dvoraks Rusalka het meest overtuigend waren en de zuivere, muzikale pianonummers een oase van rust en eenvoudig genieten boden
Na een vlugge hap in een van de opmerkelijk talrijke Italiaanse restaurants in de buurt, een laatste keer naar de grote concertzaal om in de Sala Mare a Palatului opnieuw koor en orkest van de Accademia di Sante Cecilia van Rome o.l.v. Antonio Pappano aan het werk te horen, dit keer in de tweede symfonie van Mahler Auferstehung. Samen met de solisten de mezzo-sopraan Okka von der Damerau ,de sopraan Rachel Willis-Sorensen en de uitstekende koren brachten ze de zaal, waar geen plaatse meer vrij was, in de ban van een indrukwekkende, mooi uitgebalanceerde, innige, ontroerende en ook overweldigende uitvoering die je na afloop even na ar adem deed happen. Ook dirigent Antonio Pappano had duidelijk even tijd nodig voor hij het daverende applaus in ontvangst kon nemen . Een mooi orgelpunt voor mijn bezoek aan het Enescu festival.
- WAT: Enescu Festival
- WIE: Antonio Pappano, Bryn Terfel, Marha Argerich, Gautier Capuçon, Frank Braley, Magdalena Kozena, Misha Maisky, Khatia Buniatishvilli, Anne-Sophie Mutter, Christian Tetzlaff, Okka von der Damerau, Mischa Maisky, Rachel Willis-Sorensen, Aleksandra Pospisil-Borodulina e.a.
- WAAR: Boekarest
- WANNEER: 20 tot 22 september 2017
- Foto: ©George Enescu International Festival