Noel Slangen, algemeen directeur POM Limburg, voorzitter van het Kinderarmoedefonds van de Koning Boudewijnstichting en columnist Het Laatste Nieuws en Het Belang van Limburg publiceerde in HLN van maandag 10 augustus 2020 onderstaand opiniestuk aangaande het beleid of niet bestaande beleid voor de cultuursector door de Vlaamse regering in deze zware coronabeproeving. Deze bijdrage willen we u niet onthouden en met toestemming van de auteur publiceren we het op Klassiek Centraal.
De belangrijkste verantwoordelijken voor de tweede coronagolf zijn intussen gekend: twee huwelijksfeesten, een verjaardagsfeest en – volgens Antwerps gouverneur Cathy Berx – cultuurliefhebbers, want die blijven na een voorstelling in bosjes rondhangen om na te praten. De cultuur- en evenementsector mag in deze crisis een nominatie op zak steken als meest getroffen sector. Het valt op hoe weinig krediet de sector geniet bij de politiek.
Zelfs de inspanningen van IS en de taliban om cultuur van de aardbodem te vegen, steken bleek af bij de manier waarop beleidsmakers de cultuursector behandelen. Met als toppunt het totale verbod op culturele voorstellingen in de provincie Antwerpen. Omdat – we herhalen het nog eens, zodat de absurditeit van de uitspraak helemaal tot u kan doordringen – cultuurconsumenten na een voorstelling nu eenmaal niet zonder eindeloos gepalaver kunnen. Over ouwehoeren gesproken, prostitutie is blijkbaar minder besmettelijk, want wel al toegelaten. Zelfs fitnesscentra zijn noodzakelijker voor de geestelijke gezondheid dan cultuur.
Het is normaal dat in het heetst van een crisis soms onlogische beslissingen genomen worden. Politiek lijkt cultuur echter zo onbeduidend te vinden dat iedere vorm van bijsturing uitblijft. Waarom mogen voetbalmatchen doorgaan en mogen voetbalsupporters samen supporteren in een bioscoopzaal, maar vindt men een rustige theatervoorstelling ‘levensbedreigend’?
Waarom mag men als beesten op elkaar in een afgesloten vliegtuig heel Europa rondvliegen, maar mag pakweg Bart Peeters niet optreden voor een verzameling bubbels? Waarom mag men op mekaars schoot zitten in overvolle treinen op weg naar de kust, maar is een klassiek concert met social distancing uit den boze? Waarom wordt het aantal mensen dat mag winkelen in de Primark berekend op basis van de winkeloppervlakte, maar gebruikt men voor cultuur een absoluut aantal, ongeacht oppervlakte of plaatsen in de zaal? Wat speelt hier eigenlijk: blinde onverschilligheid of pure minachting voor de cultuursector?
Misschien hebben sommigen wel leedvermaak bij de beproeving die de ‘wereldvreemde linkse subsidieslurpers’ dezer dagen moeten doorstaan. Maar degenen die het hardst getroffen worden, zijn niet de gesubsidieerde kunsten maar de zelfstandige ondernemers in de cultuursector: de zangers en stand-upcomedians die we allemaal zo sympathiek vinden, de camera- en lichtmensen, organisatoren, zaaluitbaters, zelfstandige acteurs en regisseurs… Mensen die het doorgaans zonder subsidie doen en die in het verleden behoorlijk wat belasting betaalden. De virologen beweren dat de kritiek dat ze geen oog hebben voor het grotere maatschappelijke plaatje onterecht is. Als dat zo is, wordt het tijd dat zij een einde maken aan dit symbooltheater en een advies geven om de cultuursector uit deze moordende houdgreep te verlossen.