Het vocaal/instrumentaal kamermuziekensemble Revue Blanche bestaat sedert 2010 en heeft een ongebruikelijke bezetting: Lore Binon: sopraan; Caroline Peeters: fluit; Kris Hellemans: altviool en Anouk Sturtewagen: harp. Ze positioneerden zich al snel in het muzieklandschap en wonnen in 2013 de Klara-award voor Jonge Belofte.
De naam, Revue Blanche, is niet willekeurig gekozen maar verwijst naar het literaire en artistieke tijdschrift ‘La Revue Blanche’ dat aan het einde van de 19de eeuw door toonaangevende politici en kunstenaars zoals Debussy, Proust en Toulouse-Lautrec werd uitgegeven. Achterliggende gedachtegang: omdat de som van alle kleuren wit is en een wit ongeschreven blad openstaat voor alle meningen en stromingen, idee dat volledig aansluit bij de esthetiek die de muzikanten voor ogen hebben. Daarnaast is er een grote openheid voor samenwerking met andere kunstvormen en –disciplines.
Versmelting
De 30-jarige sopraan Lore Binon behoort tot de beste zangeressen in België en is dit jaar Voice in residence. In dit concert brengt ze de muzikale nalatenschap van Claude Debussy samen met haar gezellen weer tot leven, loepzuiver of in een arrangement van Wim Henderickx. Er is ook werk van de andere Franse grootmeester en muzikale impressionist Maurice Ravel. Naast werk van de jonge Vlaamse componiste Annelies Van Parys en de Japanner Toru Takemitsu. Als extra troef wordt ook nog de veelzijdige Braziliaanse danseres Maria Carolina Vieira in stelling gebracht. Zij maakt deel uit van het dansgezelschap Peeping Tom. Deze jonge dame met een diploma Performing Arts van het Santa Catarina State University is daarnaast ook ritmegymnaste en maakte tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sydney deel uit van het Braziliaanse Olympische Confederatieteam. In deze voorstelling versmelt de kleurrijke muziek van Revue Blanche met de sensuele dans van Maria Carolina Vieira in het nostalgische decor van de Oude Stadsfeestzaal tot een intrigerende performance.
Puur en onversneden
Bij het binnentreden van het oude pand neem ik de setting in ogenschouw: wat takken kris/kras neergepoot, een paar kleine art nouveau sculpturen, wat opgezette dieren, een zitbankje en veel kandelaars. Magertjes was mijn eerste indruk. Tot de lichten dimmen. Meteen wordt alle aandacht naar de galerij boven gezogen. Gevangen in een warm geel licht pakt dwarsfluitiste Caroline Peeters het publiek direct in het nekvel met de ijle, breekbare tonen van ‘Syrinx’ van Claude Debussy, compositie uit 1913 voor solo dwarsfluit. Magistraal mooi. Danseres Maria Carolina Vieira kijkt vanop de zijlijn toe terwijl ze verleidelijk met haar lange haren speelt, die eigenlijk de rode draad doorheen de voorstelling zullen zijn. Ze incorporeren zowel verleiding als afschuw. Eens de laatste noot is uitgestorven verplaatste de focus zich naar beneden. In een nis, achter een transparant gordijn, zien we enkel het silhouet van Lore Binon. De mogelijkheden van het gebouw werden spitsvondig en zorgvuldig uitgespeeld. Een locatieproject op dergelijke manier body geven dwingt respect af. A capella brengt ze Poïèma van Annelies Van Parijs, een soort klaagzang. De muzikanten betreden de scène en worden met kaarslicht bijgelicht. Krijgen een rondleiding. Verkennen de setting. Links en rechts worden kaarsen ontstoken. Het decor krijgt zo een intimistisch, sfeervol karakter en wordt een broeihaard van fantasieën. Tijdens Six épigraphes antiques van Claude Debussy/Wim Henderickx tooit de danseres zich met een haarstuk. De aantrekkingskracht van de andere vrouwen is groot. Met een zekere pudeur benadert ze hen en brengt liefdevol ook haarstrengen aan bij de twee vrouwelijke muzikanten die onverstoorbaar verder spelen en bij sopraan Lore Binon. Op de tonen van de muziek beweegt ze eerst traag, en naarmate het ritme aanzwelt uitbundiger, de haren wikkelt ze als een cocon rond haar gezicht. Violist Kris Hellemans hanteert tussendoor een handcamera waarmee hij inzoomt op haar bewegingen, die op een groot scherm geprojecteerd worden dat achter een voile gordijn is opgesteld. Het floue beeld geeft de ambiguïteit nog meer karakter. Tussendoor worden de teksten van Pierre Louÿs door een man in het Frans gedebiteerd. Gaaf en harmonieus volgen de verschillende composities elkaar op. De muzikanten zijn in een krachtenbundeling ook acteurs in het spel van aantrekken en afstoten. Magisch om zien is hoe de elegante, zwoele danseres transformeert in een harig kruipend insect. Haar lenige lichaam plooit zich als een slagenmens in krommingen en bochten. Je raakt er niet meer uit wat armen of benen zijn. Harpiste Anouk Sturtewagen kan in And then I knew ’t was wind , compositie van Tore Takemitsu met subtiele klankeffecten en Stanza voor harpsolo vol alternatieve speelwijzen van Annelies Van Parijs haar veelzijdigheid en vakmanschap tonen. De voorstelling eindigt met Trois Chansons de Bilitis van Claude Debussy/Wim Henderickx. Oorspronkelijk een bundel gedichten van de Franse schrijver Pierre Louÿs, een verzameling van erotische, hoofdzakelijk lesbische poëzie. Hierin wordt de saphische liefde bezongen tussen Bilitis en Mnasidika. Louÿs misleidde decennialang het publiek met vol te houden dat het vertalingen waren van oud-Griekse teksten. Later gaf hij toe dat alles uit zijn eigen pen gevloeid was. Lore Binon is een gevoelvolle zangeres die met haar mooie warme stem de teksten weet in te kleuren en tot leven te brengen. Het gewaagde tekstmateriaal weet ze een betoverende glans te geven. De instrumentalisten weven de muziek er om heen. Maria Carolina Vieira omarmt op haar beurt het materiaal en wentelt zich er in. In haar eigen bewegingstaal toont ze alle facetten van het liefdesspel: plagerig, uitdagend, provocerend, kwetsbaar, traag en vloeiend of snel in verrassende wendingen. De diepgang of de oppervlakkigheid van het zogeheten liefdesvuur illustrerend. Een knappe, verrassende en boeiende voorstelling die door het publiek bijzonder gesmaakt werd.
- WAT: Mechelen hoort stemmen, Bilitis revisited
- WIE: Lore Binon, Revue Blanche
- WANNEER: Maandag 1 mei 2017
- WAAR: Mechelen
- Foto: ©Festival Van Vlaanderen