Na haar triomf met het album Offenbach Colorature (ALPHA437) heeft Jodie Devos ervoor gekozen in de voetsporen te treden van een van haar landgenoten, de Belgische coloratuursopraan Marie Cabel (1827 -1885), die op zesentwintigjarige leeftijd een fenomenaal succes scoorde in Adolphe Adams opéra-comique Le Bijou perdu, die zij in Parijs in première bracht. Daarna nam ze een meer dramatische rol op zich in Halévy’s Jaguarita l’Indienne, waarvan de grote Invocatie met koor (“À moi ma cohorte!”) opnieuw een schot in de roos was in een reeks van 124 voorstellingen in slechts enkele maanden. Cabel kreeg de ene hit na de andere, in Manon Lescaut en La Part du diable van Auber, L’Étoile du Nord en Le Pardon de Ploërmel van Meyerbeer, Galathée van Victor Massé en Le Songe d’une nuit d’été van Ambroise Thomas, die haar in 1866 de grootste rol uit haar carrière gaf: Philine in Mignon, gebaseerd op Goethe.
In samenwerking met de musicologen van het Palazzetto Bru Zane, die al deze ten onrechte vergeten rariteiten hebben opgegraven en bewerkt, en Pierre Bleuse onder leiding van het Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor, brengt Jodie Devos een eerbetoon aan deze ster van de negentiende eeuw, wiens stoutmoedigheid en gevoel voor ondeugendheid zij ongetwijfeld deelt!
*Als u een aankoop doet via bovenstaande link krijgen wij een kleine vergoeding. Zo kunnen we u blijven voorzien van recensies en artikelen. Door iets via onze link te kopen, steun je ons in het schrijven van nieuwe artikelen. Producten worden voor jou nooit duurder als je gebruikmaakt van onze links.