Een langdurend handgeklap, ritmisch, veel ‘bravo’s en dan staan de mensen recht. Zo’n ovatie is het waarmee het publiek de bijblijvende opvoering van Lucia Di Lammermoor in de Opéra de Wallonie dankte. Op weg naar huis geen radio in de auto, maar de muziek van Donizetti nog in het hoofd…
Moet ik u het verhaal van librettist Salvatore Cammarano uit de doeken doen? Zeer kort: jaloersheid, verliefdheid, wraak en dramatische doden in het Schotland van de 17de eeuw. Dit alles op 19de eeuwse Italiaanse romantische muziek met veel belcanto die niet altijd zo trouw is aan de geladenheid van het libretto, hoe banaal het verhaal ook is.
Voor alles even iets over de meeste vertoningen in de Luikse opera. Directeur Stefano Mazzonis di Pralafera laat altijd mensen met een beperking figurantenrollen spelen. Een mooi gebaar op zich en het valt telkens op hoe ernstig deze mensen hun rol nemen en perfect invullen. Je ziet ook hoe ze betrokken zijn en meeleven met heel het artistieke gebeuren.
Levende schilderijen
Het decor is eenvoudig, maar de details maken duidelijk dat een ontwerper aan het werk was die niets aan de aandacht laat ontsnappen. Zo zien we bijvoorbeeld in de grote gotische toren aan de zijkanten van de deur twee gepolychromeerde beeldjes. Ze vallen amper op, maar het zijn die historisch perfecte details die het decor zo ‘af’ maken. Dat decor leent zich perfect tot een artistiek spel op de scène waar de verschillende protagonisten, figuranten en koorzangers in prachtige renaissance kleding zich voortbewegen. Een hedendaags tintje zit in de kragen van de mannen- en vrouwenkostuums: in plaats van de brede kanten ‘Spaanse kragen’ heb je fijne lijnen die naar die pompeuze kragen verwijzen.
De kleurpartijen passen sterk bij elkaar, lopen over naar andere kleurencombinaties en elke gelegenheid is te baat genomen om een levend schilderij te creëren. Het is een lust voor het oog ook al is er misschien wat weinig beweging in het geheel. Je kan niet alles hebben ook al zet met honden in (twee Mechelse schepers mogen mee met je jachtlieden op het podium) om het geheel ‘echter’ te maken.
Zoals regelmatig kon operadirecteur Stefano Mazzonis di Pralafera zich niet inhouden en zette zich aan de regie. Samen mijet Jean-Guy Lecat (decor) Fernand Ruiz (kostuums) en Franco Marri verzekerden ze het geheel van artistieke kwaliteit.
Zangers, koor en orkest scoren
Het koor, ook nu geleid door Pierre Iodice, zong opnieuw zalig. Drie operahuizen in dit land, en drie topkoren. Een muzikale luxe is het die we moeten behouden. Het orkest was in de betere doening, echt op niveau zoals het moet. Jesús López-Cobos dirigeerde met vaste hand en het wordt telkens meer duidelijk: wanneer andere dan de huidige vaste dirigent aan het werk zijn, is het orkest opvallend beter. Misschien toch tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe vaste dirigent?
De rol van Lucia is geen kleine rol. Je hebt een sopraan nodig met een grote tessituur en veel volume die ze kan koppelen aan absolute virtuositeit, souplesse en muzikale uitdrukking. Annick Massis beantwoordt bijna aan al die eisen, het volume was me persoonlijk niet krachtig genoeg.
Haar arme geliefde, Sir Edgardo di Ravenswood is een tenor die ook aan al de eisen moet voldoen die je van een ware operazanger mag verwachten. Celso Albelo voldeed er niet alleen aan, hij overtuigde in alle kleuren en facetten van de rol die Donizetti aan de partituur toevertrouwde.
Bariton Ivan Thirion zong met mooie warme volle klanken, soms net niet sterk genoeg, de rol van Lucia’s broer Lord Enrico Ashton. Een zeer mooie dragende en ‘herderlijke’ bas in de rol van provoost van Lammermoor, Raimondo Bidebent was Roberto Tagliavini. Samen met de andere kleinere rollen was het een geheel van welklinkende stemmen die met het koor en orkest een Lucia di Lammermoor tot muzikaal leven brachten waar je lang van kunt nagenieten. Deze muzikale sterkte gekoppeld aan wat het oog werd geboden is de reden van die staande ovatie. Terecht.