Met deze recensie verwelkomen we als nieuwe medewerkster Erna Metdepenninghen. Zij vult onze ploeg specialisten aan die u met een groot hart voor de schoonste aller kunsten, de Muziek, hun wedervaren in dat grote muziekland delen.
Reeds voor de elfde keer had in Saint-Etienne in november de “Biennale Massenet” plaats, het tweejaarlijkse festival waarmee men daar “l’enfant du pays”, wil herdenken en eren. De editie van 2012, de honderdste verjaardag van het overlijden van de componist, bood, zoals gewoonlijk, een gevarieerd programma met een colloquium, een tentoonstelling, geleide bezoeken, recitals, concerten en natuurlijk opvoeringen van zijn opera's.
Met deze recensie verwelkomen we als nieuwe medewerkster Erna Metdepenninghen. Zij vult onze ploeg specialisten aan die u met een groot hart voor de schoonste aller kunsten, de Muziek, hun wedervaren in dat grote muziekland delen.
Reeds voor de elfde keer had in Saint-Etienne in november de “Biennale Massenet” plaats, het tweejaarlijkse festival waarmee men daar “l’enfant du pays”, wil herdenken en eren. De editie van 2012, de honderdste verjaardag van het overlijden van de componist, bood, zoals gewoonlijk, een gevarieerd programma met een colloquium, een tentoonstelling, geleide bezoeken, recitals, concerten en natuurlijk opvoeringen van zijn opera's. Daarbij probeert men vooral die werken uit te voeren die minder bekend zijn en/of zelden te beleven zijn. Dit jaar stonden “Cendrillon” in een productie van de Opéra Comique van Parijs uit 2011 en “Le Mage” in een concertante versie centraal.
“Le Mage” blijft een van de meest miskende opera’s van Massenet. De première op 16 maart 1891 in de Opéra in Parijs had weliswaar van de muziekpers geen unanieme lof gekregen, wel integendeel, maar het publiek hield blijkbaar wel van die opera. Na eenendertig opvoeringen tot in oktober 1892, werd het werk echter vrij plots van de affiche genomen om daarna nagenoeg volledig vergeten te worden. Een aantal externe elementen speelden daarbij zeker een rol zoals het failliet van Massenets uitgever Georges Harmann, het niet verlengen van het contract van de directeurs van de Parijse Opéra de heren Ritt en Gailhard en de wens van hun opvolger Eugène Bertrand om de werken van Wagner in het repertoire op te nemen. Volgens Laurent Campellone, de muziekdirecteur van de Opéra Théâtre de Saint-Etienne en de dirigent van « Le Mage » zou een van de belangrijkste redenen van het negeren van de opera echter te zoeken zijn in de hoge vocale eisen die het werk stelt.
“Le Mage” is te situeren tussen “Esclarmonde” (1889) en “Werther” (1892). Het libretto is van de schrijver Jean Richepin die Massenet als onderwerp een fictieve episode uit de ontstaansperiode van het zoroastrisme ongeveer 2500 jaar voor Christus voorstelt. Het exotische onderwerp met affiniteiten met Meyerbeers “L’Africaine” (1865) en Verdi’s “Aida” (1871), twee werken erg door Massenet gewaardeerd, trekken de componist aan. Bij de compositie houdt hij zich aan de regels waaraan een opera voor de Opéra de Paris moet beantwoorden, ook al schijnen die op dat ogenblik enigszins achterhaald zeker in vergelijking met het oeuvre van Wagner. Maar “Le Mage” bestaat uit vijf bedrijven en heeft een intense dramatische handeling, het traditionele ballet, grote ensembles en belangrijke koorscènes ondersteund door een weelderig orkest met veel kopers en slagwerk , instrumenten die, vooral in de balletmuziek voor de extra exotische toets zorgen.
Centraal in het verhaal van “Le Mage” staat de driehoeksverhouding tussen Zarâstra, de titelfiguur van de opera, priester en aanvoerder van de Iraniërs, Varedha, priesteres van de godin Djahi en Anahita, koningin van Touran. Haar volk werd door Zarâstra verslagen maar die heeft liefde voor de koningin opgevat en vraagt haar als beloning voor zijn overwinning. Varedha, die zelf ongelukkig verliefd is op Zarâstra, verklaart dat die verbintenis onmogelijk is aangezien Zarâstra haar zijn woord zou gegeven hebben. Anahita is verontwaardigd, Zarâstra diep geschokt en hij trekt zich terug op de Heilige Berg. Varedha zoekt hem daar op maar wordt opnieuw afgewezen. Ondertussen wordt Anahita uitgehuwelijkt aan de koning van de Iraniërs. De krijgers van Touran bestormen echter de tempel, doden de koning en verwonden Varedha. Zarâstra die komt om zijn land te verdedigen vindt Anahita terug en niettegenstaande een laatste poging van de stervende Varedha om de geliefden te doden kunnen Zarâstra en Anahita ongehinderd ontkomen.
Ik kan me voorstellen dat het niet gemakkelijk moet zijn dit verhaal, inclusief alle exotische locaties en religies, goden , godinnen, ceremonies en dansen vandaag op een aanvaardbare manier op een toneel te brengen. Waarschijnlijk daarom ook verkoos men in Saint-Etienne de opera concertant te geven. Zo konden we tenminste ongehinderd kennis maken met Massenets wonderbaarlijke partituur van een ongekende weelderigheid en kleurenpracht en met een bijzonder geïnspireerde orkestratie.
Zijn er Wagneriaanse invloeden? Misschien, maar verwerkt op Massenets eigen Franse manier. Dat zelfs de uitgebreide, niet altijd even originele maar pittige, balletmuziek kan boeien is in dit geval mede te danken aan de muzikale leiding van dirigent Laurent Campellone die deze Massenet-partituur met duidelijk overgave en veel stijlgevoel tot leven bracht. Hij werd daarbij prima geholpen door het puik spelend Orchestre Symphonique Saint-Etienne-Loire met een warme, volle klank en heel wat subtiele details. De zangers- bezetting bood geen klinkende namen maar een ensemble dat de partituur met overtuiging verdedigde en over het algemeen de zware vocale eisen aankon. De rivaliserende vrouwen werden met temperament en gevoel vertolkt door Cathérine Hunold (Anahita) en Kate Aldrich (Varedha). De Franse sopraan die zich binnenkort aan Brünnhilde waagt, gaf de koningin van Touran présence en een ruime, warm getimbreerde sopraan die moeiteloos de hoogste regionen beklom en alleen daar soms wat hard ging klinken. De Amerikaanse mezzo-sopraan, geregeld te horen in de MET in New York, worstelde soms wat met de zeer uitgebreide tessituur van Varedha maar wist uitstekend de passie, verscheurdheid, frustratie machteloze woede van het personage weer te geven in warme, expressieve tonen en met een heel degelijke Franse uitspraak.
Jammer genoeg werd de titelrol niet met dezelfde glans vertolkt aangezien de Franse tenor Luca Lombardo geplaagd werd door een laryngitis. Maar bij gebrek aan een beschikbare vervanger werd hij toch bereid gevonden deze heroïsche partij te zingen. Hij deed dat met volle inzet en expressieve tekstprojectie. Niets dan lof voor de Canadese bariton Jean-François Lapointe als de verraderlijke Amrou, de vader van Varedha, met wie hij trouwens een boeiend duet te vertolken krijgt, beslist een van de hoogtepunten van de partituur. Onze landgenoot Marcel Vanaud gaf de koning autoriteit en een sonore zij het vibratorijke bariton. Mooie prestaties ook van twee jonge Franse zangers Julien Dran en Florian Sempey in verschillende kleinere partijen, de eerste met een zoetgevooisde tenor de tweede met een kernachtige bariton. Het Choeur Lyrique Saint-Etienne Loire kweet zich goed van zijn verschillende tussenkomsten.
Met de ondersteuning van Palazetto Bru Zane zal deze uitvoering van “Le Mage” op cd vastgelegd worden.