Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Bergen Philharmonic Orchestra komt terug naar België!

De laatste keer dat het Bergen Philharmonic Orchestra in België optrad, was in 1984. Voor het eerst in 50 jaar keren ze terug naar de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen. Onder leiding van Maestro Edward Gardner brengen ze muziek van de Noorse grootmeester Edvard Grieg. Daarnaast staat het betoverende Pianoconcerto van Robert Schumann, uitgevoerd door de IJslandse pianist Víkingur Ólafsson, op het programma.

Later deze maand brengen ze ook een nieuw album uit waarbij ze een andere Noorse componist centraal zetten. Het Bergen Philharmonic Orchestra laat de beroemde tragedie van Shakespeare herleven in de Suite uit het ballet “The Tempest”, voor sopraan, bariton en orkest (1979) van Arne Nordheim (1931-2010).

Klassiek Centraal kreeg de kans om Maestro Edward Gardner over deze twee spannende projecten te spreken…

Het is de eerste keer in 50 jaar dat het Bergen Philharmonic Orchestra naar Antwerpen terugkeert. Het is voor ons dus werkelijk spannend om u met het orkest te mogen verwelkomen.

Echt? Is het al zo lang geleden? De laatste keer dat ik er was, trad ik op met mijn andere orkest, het London Philharmonic Orchestra. Ik geloof dat dat ongeveer zes maanden geleden was. Ik ben verheugd om terug te keren naar die prachtige, gouden concertzaal met het Bergen Filharmonisch Orkest.

U opent de avond met een minder bekend werk van Edvard Grieg (1843-1907), de Sørgemarsj over Rikard Nordraak (1866). Kunt u ons iets vertellen over deze treurmars en wat het werk zo bijzonder maakt?

Het is een ongelooflijk krachtig stuk. Grieg staat vooral bekend als een miniaturist. Zeker in zijn piano- en orkestmuziek. Maar wat dit stuk bijzonder maakt is dat het een doorgecomponeerd, langer stuk muziek is. Het doet je denken aan Wagner. Alsof Grieg naar “Siegfried’s treurmars” uit de Ringcyclus geluisterd heeft. De muziek kent ook een ongelooflijke, emotionele diepgang.

En dat Grieg een componist uit onze stad is, maakt het speciaal. Het uitvoeren van dit stuk samen met werken van Schumann en Rachmaninoff is een pakkende ervaring voor ons als orkest.

Voor het tweede werk op het programma, het Schumann Pianoconcert (1841), nodigt u een vaste gast van het orkest uit. Víkingur Ólafsson komt jullie namelijk op het podium vergezellen.

Hij is een geweldige collega en een goede vriend van het orkest. Víkingur is een solist waar ik graag mee werk. Hij is een echte collaborateur. De grote solisten zijn vaak degenen die het orkest in hun kunst betrekken. En hij doet dat prachtig.

Na de pauze sluit u de avond af met de Symfonische Dansen (1940) van Sergej Rachmaninov. Een prachtig stuk dat bijna transcenderend of universeel karakter heeft.

Het is zeker een compositie met vele lagen. Je kan het zien als een buitengewoon orkestraal showstuk; je kan het zien als een verheerlijking van Amerika; of je kan het zien als heimwee naar wat hij achterliet. Voor mij is die derde optie de interessantste. Je hebt dit vertrouwde Dies Irae-thema, een terugkerend topoi in Rachmaninov’s muziek. Dit thema bindt echt alles samen. Het is de rode draad. Het geeft het geheel een donkere ondertoon. Zelfs in het virtuoze einde, heerst een obscuur karakter. Dat is iets wat we normaal associëren met Sjostakovitsj, maar dat is ook aanwezig in deze Rachmaninov-compositie. Die duisternis verheft dit werk tot niet alleen een Amerikaans showstuk. En die spanning tussen de donkere ondertoon en de virtuositeit is wat dit stuk voor mij zo interessant maakt.

Wat is de link tussen de verschillende componisten op het programma?

Er is niet zoveel een verband tussen de drie componisten, maar samen vormen ze een prachtig concert. Met het stuk van Rachmaninov hebben we wel een speciale band aangezien het orkest en ik er veel mee gereisd hebben. We voeren het graag samen uit. Elke keer blijft het fris en spannend.

Later deze maand breng je met het orkest een nieuw album, gewijd aan de Noorse componist Arne Nordheim (1931-2010). Voor mij een prachtige ontdekking, want ik had nog niet van hem gehoord, maar in Noorwegen is hij een van de belangrijkste componisten van de tweede helft van de vorige eeuw. Bovendien heeft uw orkest een nauwe band met hem.

De gemeenschap in Bergen is nauw verbonden met Nordheims muziek. Er is bijvoorbeeld dit nieuwe ensemble genaamd BIT20 dat specifiek met hem werkt. “The Tempest” Suite is het eerste stuk van hem dat ik zelf uitgevoerd heb. Het was een suggestie van het orkest. Ze stelden het voor tijdens COVID en aangezien ik vanwege de situatie tijd zat had, ging ik op verkenningstocht door zijn muziek. Ik kon niet geloven hoe goed het was. Het is buitengewoon hoe uniek zijn stem is maar tegelijkertijd toch geworteld is in de Noorse traditie. Zo hoor je bijvoorbeeld Sibelius in veel van de gebruikte texturen.

Het orkest werkte een paar keer met Nordheim samen en verzorgde een aantal van compositiepremières. De leden van het orkest hebben een ongelooflijke voorliefde en frustratie voor zijn muziek. De partijen zijn vreselijk geschreven en ze kunnen nauwelijks lezen wat ze moeten spelen. Maar ze hielden van hem als persoon, ze traden graag met hem op en ze houden gewoon van zijn muziek. Ze houden van zijn psyche en het is die wilde psyche die in zijn muziek doorklinkt. De Suite is een meesterwerk!

Het is verbazingwekkend hoe hij speelt met verschillende lagen, texturen en klankkleuring.

Dat is zeer waar. Sommige van de chaos die hij schrijft — sommige van de lyriek, sommige van de waanzin —, het is buitengewoon. Er is een andere componist, de Poolse componist Witold Lutosławski (1913-1994) die heel vrij componeert en op een soortgelijke manier schrijft. Er is iets fris aan de manier waarop Nordheim schrijft. Het is echt bedwelmend.

In deze compositie hebben we de tragedie van Shakespeare, een verhaal dat door vele componisten op muziek is gezet. Hoe benadert Nordheim het verhaal?

Het is interessant omdat het niet noodzakelijkerwijs lineair is. Oorspronkelijk was de muziek voor een ballet gecomponeerd, maar in deze suite neemt hij verschillende ideeën en thema’s uit het Shakespeare verhaal. Hij probeert niet het verhaal te vertellen, maar creëert een muzikale wereld rondom de teksten. Zijn benadering van stem en tekst is zeer specifiek en gericht. Hij maakt er slechts schaars gebruik van.

The Tempest is op zich al een magisch stuk. Het speelt zich af in die andere wereld. En in Nordheims muziek is er een verbinding met die andere, magische wereld.

U sprak over de geest van Nordheim die in de Bergense gemeenschap leeft. Bent u van plan om in de toekomst nog andere stukken van hem op te voeren?

Natuurlijk. Maar nog belangrijker en een van de initiatieven waarop we met het orkest trots zijn, is het promoten van Noorse componisten. Zowel levende als componisten uit de laatste decennia. In Bergen brengen we bijvoorbeeld Geirr Tveitt (1908-1981), Sigurd Fischer Olsen (°1979) en onlangs brachten we een première van Therese Birkelund Ulvo (°1982). We willen veel van deze nieuwe, Noorse stemmen brengen.

Voor het orkest is dit iets belangrijks. Historisch gezien zijn ze altijd onverschrokken geweest en hadden ze zelfs Sibelius als dirigent. Het maakt deel uit van onze identiteit als orkest en daar zijn we echt trots op. We moeten die animus levend houden.

WAT: Bergen Filharmonisch Orkest

MUZIEK: Sørgemarsch over Rikard Nordråk, EG 107 (arr. Johan Halvorsen) van Edvard Grieg;  Piano Concerto van Robert Schumann; Symphonic Dances van Sergej Rachmaninov

WAAR: Koningin Elisabethzaal (Antwerpen)

WIE: Víkingur Ólafsson [piano], Bergen Philharmonic Orchestra o.l.v. Edward Gardner

WANNEER: 16 februari 2023


WAT:  Nordheim: Suite from the ballet “The Tempest”

WIE: Bergen Philharmonic Orchestra o.l.v. Edward Gardner

UITGAVEN: LAWO LWC1250

BESTELLEN: challengerecords.com

Details:

Titel:

  • Bergen Philharmonic Orchestra komt terug naar België!

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –