Het Brittenjaar brengt Pappano – meester in ironie en suggestiviteit – opnieuw samen met Ian Bostridge, wiens kleurrijke stem alle nuances van de tekst perfect tot hun recht brengt. Het resultaat is een gouden voltreffer.
Slechts heel uitzonderlijk maakt Antonio Pappano tijd vrij voor zijn andere grote passie – naast dirigeren: piano spelen, vooral als liedbegeleider. Voor de nieuwste lied-cd van Ian Bostridge heeft hij zich nog eens aan de piano gezet, waarmee het duo hun samenwerking bestendigt met een derde liedopname voor hun label EMI.
Na Schubert en Hugo Wolf is het een cd volledig gewijd aan Benjamin Britten in het kader van het Brittenjaar. We vinden op de cd de constante thema’s terug van Brittens’ oeuvre: de onschuld en het verlies ervan. Het laatste lied van Winter Words schreeuwt dat thema bijna letterlijk uit. Er zitten soms bedrieglijk simpele liedjes bij; het thema van corruptie en onschuld zit onder de oppervlakte en is vaak op ironische manier aangebracht.
De kleurrijke stem van Bostridge brengt alle nuances van de tekst perfect tot hun recht. Hij klinkt bitter (slot “Before Life and After”), maar ook passioneel en bijna Pucciniaans in de Michelangelo Sonnets. Hij treft het etherische van Hölderlins liederen (“Die Linien des Lebens”), maar evengoed het ambigue van het simpel-alledaagse (“The Little Old Table”). In “Who are these children” beklemtoont hij de angst van de pacifist Britten voor het kind met fijne toets in “Nightmare” en smartelijke rebellie in “The Children”.
De wrange klank maakt deel uit van het timbre van Ian Bostridge, ze is deel van zijn persoonlijkheid als zanger, van zijn aantrekkingskracht en fascinatie. Maar zelfs in parlando blijft de stem cantabel en wendbaar. Tekstfetisjist als hij is, treedt Pappano als ideale partner op. Hij laat bij momenten de piano fluisteren, is een meester in ironie en suggestiviteit en besteedt uiterste zorg aan elk detail in de tekst. De samenwerking met zielsgenoot Bostridge is eens te meer een voltreffer.