Met de drie pianotrio’s, Op. 1, nam Ludwig van Beethoven een genre dat nog steeds grotendeels werd geassocieerd met salonmuziek en verhief het tot rivaal van het strijkkwartet. De werken zijn zowel qua vorm als inhoud vernieuwend. Uit deze verzameling komt het Trio in G groot, Op. 1 Nr. 2 naar voren als een vrolijk en innemend werk. Er is wel gezegd dat men “de gelukkige jeugd van de meester […] nog onbewolkt, licht en frivool” kon ontwaren, maar er zijn ook hints te vinden van “de diepe ernst en tedere intimiteit die zouden volgen”.
Beethoven wist heel goed dat goed geplaatste toewijdingen konden resulteren in vorstelijke beloningen en droeg zijn Pianotrio in Bes groot, Op. 97 op aan aartshertog Rudolph van Oostenrijk, vandaar de bijnaam ‘Aartshertogtrio’. Met dit werk nam Beethoven afscheid van het genre met misschien wel zijn belangrijkste bijdrage, een trio waarvan een criticus schreef dat hierin “genialiteit, kunst, natuur, waarheid, geest, originaliteit, uitvinding, uitvoering, smaak, kracht, vuur, verbeelding, lieflijkheid, diep gevoel en levendige scherts verstrengelen in zusterlijke harmonie”.
Na het succes van de opname van de trio’s van Ravel en Saint-Saëns [BIS-2219] presenteert het Sitkovetsky Trio het langverwachte tweede deel van zijn serie gewijd aan de pianotrio’s van Beethoven.
Beethoven: Klaviertrios Vol.2
Sitkovetsky Trio
Label: BIS Records | EAN: BIS-2539 SACD
Bestellen: JPC