Het meest tot de verbeelding sprekend strijkkwartetensemble van de 20ste eeuw was ongetwijfeld het Budapest String Quartet. Hun concerten met Beethovens strijkkwartetten die ze tussen 1943 en 1962 speelden in het Library of congres, werden toen opgenomen, en zijn nu op cd te beluisteren.
Het meest tot de verbeelding sprekend strijkkwartetensemble van de 20ste eeuw was ongetwijfeld het Budapest String Quartet. Hun concerten met Beethovens strijkkwartetten die ze tussen 1943 en 1962 speelden in het Library of congres, werden toen opgenomen, en zijn nu op cd te beluisteren. Een buitenkans voor verzamelaars van historische opnamen.
Het begon allemaal in 1917 in Boedapest wanneer leden van verschillende opera-orkesten besloten een kwartet op te richten. Het waren Emil Hauser, Alfred Indig, István Ipolyi en de Nederlandse cellist Harry Son. Met z’n vieren noemden ze zich het “Budapesti Vónosnégyes”. In 1920 werd Indig als tweede violist vervangen door Imre Pogany, een leerling van Zoltan Kodály en van Jenő Hubay (Eugen Huber), de leraar van Joseph Szigeti, André Gertler en jawel, van Eugene Ormandy, die zijn viool later zou ruilen voor de dirigeerstok. In 1927 verliet Pogany het kwartet en werd violist in het Cincinnati Symphony Orchestra o.l.v. Fritz Reiner. Hij werd tevens violist in het New York Philharmonic Orchestra o.l.v. Toscanini. In de plaats van Pogany kwam in 1927 Josef Roisman die we beluisteren op de cd’s. Josef Roisman (Joe) studeerde bij de legendarische Russische violist Pyotr Solomonovich Stoliarsky (1871-1944), die ook de leraar was van o.a. David Oistrakh, Nathan Milstein, Samuil Furer, Boris Goldstein en Elizabeth Gilels, jawel zus van. Om U een idee te geven, in 1937 waren de meeste winnaars van wat toen nog de Internationale Ysaÿe Wedstrijd heette in Brussel, leerlingen van Stoliarsky. Roisman werd vervolgens in 1932 eerste violist (hij bleef dat tot in 1967!), en in de plaats van Roisman kwam Alexander Schneider (1908-1993) als tweede violist, die meespeelt op de tweede cd. Boris Kroyt werd de nieuwe altist (tot 1967) en Edgar Ortenberg wisselde voor een periode van zes jaar (1944-1949), voortaan af met Alexander Schneider, tweede viool. De cellist werd Mischa Schneider (van 1930 tot 1967), Alexanders oudere broer. Terwijl Mischa en Alexander samen musiceerden werden hun moeder en zuster vermoord in Auschwitz.
American dream
Het ensemble maakte reeds vanaf de jaren ’20 opnamen voor HMV en RCA Victor en Columbia, maar het was het label Bridge/LOC dat de Library of Congres-opnamen uitbracht, opnamen gemaakt in het auditorium van de nationale bibliotheek van de Verenigde Staten in Washington. De concerten werden gespeeld in het Coolidge Auditorium en de zes op cd uitgebrachte uitvoeringen werden gekozen uit wel honderd opnamen die het ensemble maakte tussen 1938 en 1962. Op cd 2 kan U trouwens de opname van een repetitie beluisteren, nl. deze van 13 april 1944. De opnamen van de eerste drie kwartetten van Beethovens op.18 werden alle opgenomen in het jaar 1944 toen Edgar Ortenberg, Sasha Schneider verving als tweede violist. De joodse violist Eleazar Ortenberg (1900-1996) die de voornaam Edgar aannam, was nl. van Odessa naar Berlijn verhuisd en was tijdens de jaren ’30 van daaruit voor de nazi’s gevlucht naar Philadelphia. Daar werd hij leraar aan de Settlement Music School, de school van Mary Louise Curtis (1876-1970) die ook het befaamde Curtis Institute of Music oprichtte, met als doel de "Americanization among the foreign population of Philadelphia". Pianist Josef Hofmann en dirigent Leopold Stokowski waren daarbij haar adviseurs.
Uit dit alles kan u afleiden dat de glorieperiode van het ensemble zich in de USA afspeelde. Hoewel u er de doffe, droge weergave moet bijnemen, zijn de opnamen toch een lust voor het oor. Ortenberg schitterde bvb. met zijn razend snelle tempi, had een mooi vibrato en een solide intonatie. De flexibiliteit en briljantie van hun finale uit nr. 3, laat overigens niet vermoeden dat dit de eerste keer was dat Ortenberg een concert speelde met het kwartet. Ortenberg raakte echter oververmoeid en beklaagde zich over het feit dat ze te veel concerten speelden en te weinig repeteerden. “Op een jaar tijd sliep ik 23 keer in mijn eigen bed”, klaagde hij. Begrijpelijk en terecht. In maart 1949 werd Ortenberg vervangen door de jong overleden Jac Gorodetzky (1913-1955), eveneens uit Odessa.
De jonge Beethoven
Tussen 1798 en 1800 componeerde de jonge Ludwig van Beethoven zes strijkkwartetten die in Wenen werden uitgegeven als op. 18. De kwartetten werden door Beethoven opgedragen aan zijn mecenas, Franz Joseph Maximilian von Lobkowitz (1772-1816). Beethoven droeg naast zijn kwartetten opus 18, ook zijn 3de, 5de en 6de symfonie, zijn kwartet opus 74 en zijn liedcyclus “An die ferne Geliebte” op aan Lobkowitz. De kwartetten werden door het Wranitzky-Quartett of door het Schuppanzigh-Quartett gespeeld ten huize van Lobkowitz of van Lichnowsky. Op de 2de cd beluistert u het Budapest String Quartet op haar best. Luister meteen naar het zesde kwartet, opgenomen in 1960. Weet dat ze ooit vergeleken werden met het legendarische Weense Kolisch-Quartett en met het…Belgische Pro Arte Kwartet ! (met Alphonse Onnou, Laurent Halleux, Germain Prévost en Robert Maas, weet u nog?). Ook de opname van het 5de kwartet, november 1943, behoort tot het beste van het Budapest String Quartet, gekenmerkt door het elegante en toch intense leiderschap van Roisman, Sasha’s gedreven ondersteuning (luister naar de vijf variaties in de 3de beweging, Andante cantabile van het 5de kwartet), het onvergelijkbaar spel op de altviool van Boris Kroyt, en cellist Mischa als solide anker. De ritmische precisie, het bijna griezelig perfect, samen fraseren en het gelijk hanteren van de boog, een perfecte balans, en nog perfecter samenspel, maken deze opname nog waardevoller dan de in 1958 opgenomen uitvoering van hetzelfde kwartet voor Columbia. Met deze kwartetten beluisteren we Beethovens stijlevolutie van galant rococospel à la Mozart en Haydn naar de meer rustieke stijl van contradansen en Ländlers. Trillers, arabesken en staccatospel wisselen af met pizzicati en grupetto’s die van de eerste viool naar de cello huppelen. Toonladderfiguren fungeren als transities naar fugato’s en wisselen af met liedvormen in adagio tempo waar plaats is voor borduurwerk van zestiende noten, soms unisono, en al dan niet met een contrapuntische tegenmelodie. Een scherzo is voor Beethoven een soort divertimento met sforzandi, geaccentueerde syncopen of ostinato ritmen. Eén enkele keer componeert de meester uit Bonn Malinconia. En dit in een 45 maten lang Adagio in de finale van zijn 6de kwartet.
Niet alleen deze zes kwartetten maar Beethovens zestien strijkkwartetten plus zijn Grosse Fuge in het algemeen, zijn meesterwerken. Deze eerste zes zetten weliswaar de toon van een door Haydn, Förster en Mozart in het leven geroepen vorm die Beethoven tot nooit eerder gehoorde hoogten zou tillen. Die kwartetten vragen dan ook een optimale uitvoering en dat was het geval met het Budapest String Quartet. Een aanrader.