**** “Ik heb behoefte aan mensen rondom mij.” (Martha Argerich)
Probeert u eens een idee te vormen van het palmares van topmusici van wereldklasse die vandaag om en bij de 65 à 70 jaar oud zijn. Niet eenvoudig. Deutsche Gramophon helpt ons daarbij. Zij hebben nl. een verzamelbox uitgegeven met de volledige duo-opnamen die ze ooit hebben uitgebracht van Martha Argerich.
**** “Ik heb behoefte aan mensen rondom mij.” (Martha Argerich)
Probeert u eens een idee te vormen van het palmares van topmusici van wereldklasse die vandaag om en bij de 65 à 70 jaar oud zijn. Niet eenvoudig. Deutsche Gramophon helpt ons daarbij. Zij hebben nl. een verzamelbox uitgegeven met de volledige duo-opnamen die ze ooit hebben uitgebracht van Martha Argerich. Martha ne keer samen met violist Gidon Kremer en Martha ne keer samen met cellist Misha Maisky. 13 cd’s allermooiste kamermuziek in een aller-, allerbeste uitvoering om van te snoepen. Meteen luisteren. Neen, beter eerst meteen gaan kopen en dan onmiddellijk luisteren. Excuus.
Een origineel en interessant aspect van de uitgave is dat de cd’s chronologisch naar opname geordend zijn. Ze zijn ook alle met uitzondering van cd 13, in een mapje gestopt, elk voorzien van de gouden kartuche (het logo van DG), zoals in mijn kindertijd hun fonoplaten hadden.
Het verhaal. We starten in 1985 met Beethoven (Martha en Gidon), en eindigen in 2005 met het Russisch programma van Martha en Misha. Deze laatste cd (nr. 13) kan U maar beter meteen gaan beluisteren want ze bevat de Live-opname (in april 2004) van het concert in ons eigenste Flagey in Brussel. Alhoewel. Er is nog. Lees eerst maar rustig verder.
De 13 cd’s overspannen een periode van 20 jaar. Hoewel de eerste vijf cd’s Martha en Gidon laten horen, begon het verhaal rond het spelen met z’n tweeën voor Martha, met Misha. Meer bepaald in 1975, in Vence, jawel dans le département van de Alpes-Maritimes en de regio Provence-Alpes-Côte d'Azur. Geen slechte plaats om te starten, geef toe.
Daar ontmoette onze toen 34-jarige, mooie Argentijnse, een 27-jarige, opvallende joods-Russiche krullebol uit Riga die cello speelde. Zijn naam was Miša Maiskis. Hij had 18 maanden opgesloten gezeten in een werkkamp in Gorki (vroeger Nizjni Novgorod), en was daarna maar verhuisd naar Israël. Begrijpelijk. Beiden waren niet in Vence om te spelen maar om te luisteren, als bezoekers van het Festival dus. De kennismaking leidde tot verder contact, meer contact, eerst een beetje thuis samen spelen, almaar beter thuis samen spelen, nog beter thuis samen spelen, en uiteindelijk, tot de beslissing echt op het podium te gaan samen spelen. De vraag was echter, wat gaan we spelen? Hun keuze viel op een cellosonate van Brahms, deze van Chopin en deze van Debussy. Martha had nooit eerder met een cellist gespeeld en het viel haar op dat het samenspel met Misha meteen, vanaf de eerste keer, heel vlot en natuurlijk verliep. Misha had die zelfde indruk. De rest laat zich raden. Het duo speelde de genoemde sonaten voor het eerst officieel op 17 april 1978 in Berlijn. Die datum viel toevallig samen met de verjaardag van Misha’s halfgoddelijke leraar Gregor Piatigorsky (1903-1976), die op die dag, 75 werd. Van 1941 tot 1949 was Piatigorsky hoofd van het cello department van het Curtis Institute of Music in Philadelphia geweest, en had hij les gegeven in Tanglewood, aan de Boston University, en aan de University of Southern California, waaraan hij verbonden bleef tot zijn overlijden. Het is daar dat Misha les had gekregen van hem, Misha’s godsgeschenk..
Het programma dat ze in ’78 in Berlijn speelden, speelden ze in 2000 opnieuw. Dit keer in de concertzaal in Tokyo en dit keer werd het concert opgenomen door Deutsche Gramophon en uitgebracht in 2001. Het gaat over cd 12 van onze box, “”Live in Japan”, een hoogtepunt. Hun beider contract met Deutsche Gramophon was in 1985 ingezet met de opname in de Plenarsaal van de Akademie der Wissenschaften van de Münchense Residenz, van de drie Bach-sonaten, BWV 1027-1029, een hoogtepunt.
Martha’s ontmoeting met Gidon Kremer (°1947) startte rond 1985 wanneer Deutsche Gramophon besliste een heus Beethoven-project op te zetten met en rond Martha Argerich. Martha, vergis u niet, had immers toen ze pas zestien was, binnen nauwelijks drie weken tijd, zowel het Internationale Muziekconcours van Genève als het Ferruccio Busoni Internationale Concours in Bolzano gewonnen. Toen ze 24 was won ze dan nog eens de Internationale Chopin Pianowedstrijd in Warschau. Zonder problemen. Alhoewel.
Martha zou Beethovens integrale vioolsonaten opnemen met Gidon, de integrale cellowerken met Misha, en zijn pianoconcerti met Sinopoli. De opnamen van de viool- en cellowerken is gerealiseerd, de opname van de vijf concerti met Sinopoli is beperkt gebleven tot de eerste twee. Spijtig. Dat Beethoven zijn “vioolsonaten” niet componeerde vanuit de viool maar wel vanuit de piano, mag blijken uit hun interpretatie. Beethoven sprak nl. over een “Sonate pour le Piano Forte avec un violon”, of over een “Sonata per il Piano-Forte e un Violino obligato”. Geen discussie dus. Neen, geen discussie. Vanuit de piano. Punt.
De uivoering van deze werken door die twee moet U minstens één keer in uw leven gehoord hebben. Beluister meteen de Rondo’s (van op. 5 bvb.), de scherzi (uit op. 69 bvb) en de fugatische finale van op. 102 nr.2. Mocht dit nog niet gebeurd zijn, dan kan u daar maar meteen aan beginnen en zelf uw leven veranderen. U zal het zich niet beklagen. U gaat naar de cd’s 1, 3, 4, 9 en 10 en U heeft een meester-, meesterlijk gespeelde versie van de 10 vioolsonaten van Beethoven. Waarom de tussenliggende nummers zijn overgeslagen? Wel, ik heb het u toch verteld. Omdat de volgorde, de nummering van de 13 cd’s, de chronologisch opnamen volgt, en Martha en Gidon, tussen de opname van Beethovens eerste drie viooolsonaten en de volgende twee, Bach en Schumann hebben opgenomen. Vandaar. Het gaat dus niet over, eerst de 10 van Beethoven, dan de twee van Schumann, dan de drie van…enz., enz. Neen, neen. Op cd 2 staat bvb. Bach, de opname in de Münchense Residenz, en op cd 3 staan de beide vioolsonaten van Schumann, ogenomen in La Chaux-de Fonds (kanton Neuchâtel) in Zwitserland. ’t Is een gewoonte. Niet panikeren. Tussen haakjes, de vier laatste vioolsonaten van Bethoven (cd’s 9 & 10) werden in ’93 en ‘ 95, opgenomen in het wonderbaarlijk Stravinsky Auditorium van het Centre des congrès et des expositions van Montreux. Daar al eens geweest? Moet u zeker, zeker doen. Ik verklap verder niets. Alhoewel, als u gaat, vergeet het Caux-Palace niet te bezoeken. Sorry, ik kon het niet laten.
cd 11 met cellowerk van Schumann, verdient weer expliciet onze aandacht, omdat deze in 1999, grotendeels werd opgenomen in het Conservatorium van Brussel. Schumanns Celloconcerto op. 129 werd weliswaar opgenomen in New York. Een bijzonderheid is dat Maisky het concerto opnam met het schitterend Orpheus Chamber Orchestra, zonder dirigent. Hij zou het voorgesteld hebben aan Dirk Brossé, maar die was niet vrij. Sorry, mopje.
Wilt u zich op een eerder moderne wijze laten betoveren, dan beluistert u de cd’s 5 en 7. Houdt u vast, want die twee, zowel cd’s als uitvoerders, gaan ons voorstellingsvermogen te boven. Op de cd’s 5 en 7 beluistert u nl. Martha en Gidon die Bartok, Leoš Janáček, Messiaen en Prokofjev spelen. Dat Gidon Kremer in 1967 “slechts” derde eindigde op onze Koningin Elisabethwedstrijd, kunnen we door deze twee cd’s, en de andere ook in de box natuurlijk, niet geloven. Ik zou absoluut eens willen weten wat er tijdens de week van de finale op het menu stond van de jury…want blijkbaar had Gidons Elgar-concerto het effect op hun maag zoals een Dame blanche met slagroom wel eens kan hebben op de maag, na het eten van een pot mosselen. Aan het beoordelingsvermogen van de juryleden kan het trouwens niet gelegen hebben, want het ging in ’67 o.a. over Oistrakh, Szigeti, Menuhin, Gingold, Grumiaux en Olof. Misschien was het opgelegd concerto van Legley de bosdoener? Wie weet? Dat jaar won wel de toen 21-jarige, helaas betreurde, legendarische Phillipe Hirschhorn met zijn Paganini-concerto, (overigens een leeftijdsgenoot van Misha en ook uit Riga). Maar van de overige 10 laureraten van dat jaar kennen we omzeggens niemand meer. Merkwaardig. Eens verder onderzoeken. Overigens, in 1938 heeft Rubinstein ook te weinig punten gegeven aan een toen 18-jarig fenomeen met de naam Arturo Benedetti Michelangeli… Niks van aantrekken. Terug naar onze box.
Beluister meteen de finale beweging, Allegro con brio, van de 2de sonate van Prokofjev (cd 7). Mocht dit enig belang hebben, deze finale behoort absoluut tot mijn persoonlijke lievelingsmuziek. Als ik dit hoor, en zeker gespeeld door Martha en Gidon, vergeet ik al de rest, maar dan ook de volledige rest, en stel ik mij voor dat de wereld is zoals deze muziek klinkt. Eens proberen, het weze U gegund. By the way, ook deze cd nr. 7 werd opgenomen in Flagey. Geweldig, niet?
Cd 13 is de bekroning want op deze cd staat werk van Stravinsky, Prokofjev en Sjostakovitsj, live opgenomen in, jawel, alweer Flagey, in maart 2003. Een cd die opent met balletmuziek, zijnde de charmante “Suite italienne” uit Stravinsky’s “Pulcinella” (en wat foute toetsen van Martha, hm…, maar’ ja, t’is live), en eindigt met balletmuziek (de verleidelijk-charmante wals uit Prokofjevs “Stenen Bloem”), met daar tussenin cellosonaten van Prokofjev en Sjostakovitsj. Ontroerend is dat het arrangement van Pulcinella, in 1933 gerealiseerd werd door Stravinsky samen met Piatigorsky, Misha’s mentor, en dat Misha Maisky dit volgens mij, verklankt, sonoor gestalte geeft, wanneer hij de Serenata eruit speelt. Bijzonder mooi. Martha heeft in haar wereldcarrière nauwelijks tot bijna geen recitals gespeeld. Als ze het al wou doen, kwam ze vaak niet af, weet u nog? ’t Was altijd iets. Maar, enfin. Feit is dat, als we spreken over een pianorecital, het enkel en alleen gaat over een pianist of pianiste, moederziel alleen op het podium. Martha wil of kan dat niet opbrengen. De andere twee wel. In deze box staat Martha ontegensprekelijk centraal. Oké. We oordelen niet, maar als ik de kwaliteit op alle mogelijke gebieden van spelen op het allerhoogste niveau, zou moeten kwoteren dan kwam Misha zeker, maar zeker op de eerste plaats, Gidon op de tweede, en Martha zeker op de derde plaats. Luister aandachtig, geniet ten volle, maar luister heel aandachtig, misschien zal U het dan met mij eens zijn. Ik heb de uitdrukking “I have a geat need for componay” immers niet bedacht. Deze box is meer dan een must, het is een ongelooflijk feest. Ewig dank aan de gelbe Kartusche mit der Tulpenkrone. En nu gaan luisteren. Zonder dank, graag gedaan. Tot nog eens.