Nominatie Gouden Label – Waarom Frederic Mompou (1893-1987) als het ware het 'kneusje' van de Spaanse componisten blijkt te zijn, is me een raadsel. Weliswaar heeft hij geen indrukwekkend oeuvre nagelaten (qua volume) en evenmin verre horizonten verkend (qua variëteit) maar zijn muziek is… zeer muzikaal.
Nominatie Gouden Label – Waarom Frederic Mompou (1893-1987) als het ware het 'kneusje' van de Spaanse componisten blijkt te zijn, is me een raadsel. Weliswaar heeft hij geen indrukwekkend oeuvre nagelaten (qua volume) en evenmin verre horizonten verkend (qua variëteit) maar zijn muziek is… zeer muzikaal.
In naslagwerken wordt meteen verwezen naar Claude Debussy (1862-1918) en de invloed van deze grote Franse mijnheer is overduidelijk.
Als jongen van vijftien trad Mompou voor het eerst op in het Conservatorio del Liceo van Barcelona en toen hij Marguerite Long muziek van een zekere Gabriel Fauré hoorde spelen, was hij 'verkocht'. Zoals wel meer kunstenaars trok Mompou naar Parijs – the place to be, in die tijd zeker – om er piano en compositie te studeren. Later componeerde hij vooral miniaturen voor piano solo, waarin we folklore uit zijn eigen land horen maar ook 'flarden' Debussy herkennen. Hij schreef eveneens een aantal liederen, een paar koorwerken en een sporadisch stukje voor gitaar… werk dat men in feite nooit te horen krijgt.
De muziek van Mompou is als het ware tijdloos. Je kan er moeilijk een etiket op kleven. Ze is gewoon wat ze is. Magisch eigenlijk. Ook invloed van Erik Satie (1866-1925) valt niet te ontkennen en wel in die zin: veel doen met weinig materiaal. Pro memorie: Satie is de componist die met het minst aantal noten bijzonder mooie muziek gemaakt heeft. Welnu, het is in die zin dat u naar Mompou moet luisteren: sober, naïef, zelf beperkend (in der Beschränkung… weet je wel), met een voorkeur voor zwarte toetsen of, om het met een rechtstreekse verwijzing naar Satie uit te drukken: "Chanter avec la fraîcheur de l'herbe humide".
Frederic Mompou schrijft zelf zeer lapidair over muziek in het algemeen en over zijn eigen werk (vrij vertaald): "Ik beschouw muziek als een smal pad in een berglandschap. (nvdr. Ook Janáček had het over een begroeid pad). Ik schrijf deze muziek omdat kunst haar grenzen heeft bereikt. Kunst is een eeuwige terugkeer naar de bron. Of liever, geen terugkeer eigenlijk maar telkens een nieuw begin. Maar een begin mét alles wat we door de jaren heen geleerd hebben."
Was het maar zo simpel.
Arcadi Volodos is een Russische pianist, geboren in Leningrad op 24 februari 1972. Hij staat bekend voor zijn bovenmatige beheersing van het instrument en grote virtuositeit. Een en ander laat hem toe het meest ingewikkelde repertoire te vertolken… Dat staat min of meer verbatim te lezen in Wikipedia (de fouten hebben we eruit gehaald).
Élke pianist op hoog niveau moet beschikken over een bovenmatige techniek en dito virtuositeit. Bij Volodos heeft ons dat lange tijd gestoord! Het leek wel zo veel mogelijk noten kraken per seconde. In hetzelfde bedje is ook Fazil Say behoorlijk ziek. Maar hebben wij ons vergist. Volodos is uit een totaal ander hout gesneden. Hij is dan wel een toetsentovenaar – hoeveel vingers heeft hij wel – maar alles wat hij doet, is gedragen door een diepgaande muzikaliteit. En waarom speelt hij sommige dingen zo razend snel? Omdat hij het kán.
Op deze wonderbaarlijke cd met muziek van Mompou hoor je wat muziek precies betekent. Volodos kon het allicht niet laten en maakte een transcriptie van een aantal stukjes waarin, jawel, die buitengewone beheersing van het instrument opvalt.
De titels doen denken aan Debussy (Cris dans la rue, Jeux sur la plage, Jeunes filles au jardin, …) maar ook aan Satie (Musica Callada, wat zoveel betekent als stille of zwijgzame muziek. De allergrootste muzikaliteit is hoorbaar in de trage delen. Jammer dat het wondermooie Canción nr. 7 er niet tussen zit. Een van de beste producties van dit jaar, met onderscheiding voor de knappe opnametechniek.
Gouden Label
We krijgen wel eens de vraag: wat is nu een Gouden Label? De volgorde van de criteria is niet belangrijk, maar ze moeten wel tegelijk aanwezig zijn en dit in de grootst mogelijke 'dosering'. Een onberispelijke opnametechniek. We beluisteren elke cd meerdere malen (een recensie op Klassiek Centraal is geen massaproduct) op een Hi-End hifi-installatie. Een slecht geplaatste microfoon is al een minpunt. Het klankbeeld moet, op zijn zachtst gezegd, in orde zijn: geen tafeltennis-stereo uit de jaren 1950 maar ook geen soep waarin men de ingrediënten niet terugvindt. De grootst mogelijke virtuositeit gekoppeld aan een bijna bovenmenselijke muzikaliteit. Ik weet het: wij zijn een verwend publiek. Een witte pater in de jungle kan evenveel genieten van een pianoconcerto van Mozart uit zijn krakende transistorradio, maar dat is een ander verhaal. Ook het programma op een cd moet evenwichtig en harmonisch samengesteld zijn. Nog meer? Dit lijstje is niet exhaustief maar geeft u een idee.