In Aix-en-Provence is er al sinds juli 1948 het zomerse Operafestival. Maar er is ook daar ook een Paasfestival. En dat vierde nu zijn tiende verjaardag en wel onder artistieke leiding van violist Renaud Capuçon. Reden te over om dát festival eens te exploreren. De reis- en muziekorganisatie Cimarosa trok er met twintig muziekliefhebbers naar toe. Met dank ook aan musicoloog Pieter Bergé die dat stel meereizende muziekliefhebbers met evenveel enthousiasme onderricht over al die concerten en componisten als hij doet met zijn KU Leuven studenten.
Om dat Paasfestival (het liep van eind maart tot half april) mee te beginnen beleefden we eerst een hele avond Mozart. Een symfonie en een mis. Hij heeft 41 symfonieën en schreef 17 missen. We luisterden naar symfonie nummer 40, één van de bekendste, met dat Sturm und Drang thema. Maar er viel niet zoveel Sturm und Drang te horen bij het Orchestre de Chambre de Genève o.l.v. Daniel Reuss. We misten de scherpte en de snedigheid die we ondertussen gewoon zijn bij vele hedendaagse orkesten. Professioneel, dat wel, maar eerder mat. Of ligt het aan de akoestiek? Toegegeven, we zijn in ons land verwend als je weet hoe spetterend dat bij een B’rock of Anima Eterna Brugge zou geklonken hebben.
Beter klonk Mozarts Grosse Messe ( K.427) met hetzelfde orkest, mede door de geweldige prestatie van het Ensemble Vocal de Lausanne en zeker ook van de solisten. Meer dan plichtsgetrouw stonden ze samen vol overgave op de scène van het Grand Théatre de Provence voor een indrukwekkend slot van deze avond met die ‘onvoltooide’ mis van Mozart.
Ken je nog Elisabethwedstrijd winnaar Victor Julien-Laferrière?
In een kleine smalle straat van Aix ligt het oude Théatre Jeu de Paume, gebouwd in 1757 en sindsdien al vele malen vernieuwd en aangepast. Maar het blijft nog altijd een kleine, knusse schouwburg. De festivalgangers konden er twee jonge Franse artiesten beluisteren. Elisabethwedstrijd winnaar, cellist Victor Julien-Laferrière en pianist David Fray en wel met een volledig Duits programma: met sonates van Schumann, Beethoven en Brahms. In Schumanns Fantasiestücke is de cello het leidend instrument, de piano begeleidt. Het zijn drie luchtige stukjes die de twee vlotte en jonge kunstenaars met plezierig gemak speelden. Met het derde van zijn sonates voor piano en cello schreef Beethoven een werk waarbij hij piano én cello gelijkwaardig behandelde. Het werd zijn opus 69. Het is de cello solo die uitzonderlijk mooi start, de piano neemt over. Meteen hoor je hier een componist die in een hogere divisie speelt dan Schumann. En het lijkt wel alsof de twee muzikanten dat ook beseffen. Ze stralen zelfzekerheid uit en spelen het oppermachtig. De unisono bij het begin van het derde deel klinkt “oorstrelend” mooi. Een doorwrocht werk, met intens gemak loepzuiver gebracht.
Ivan Fischer met zijn orkest
Ivan Fischer met zijn Budapest Festival Orchestra op het Paasfestival in Aix-en-Provence. Da’s pas een symfonieorkest in vol ornaat, met alles erop en eraan. Eerst een Hongaars programma en na de pauze werk van een jonge Richard Strauss. Fischer, zelf Hongaar, komt zwierig en gezwind het podium op en dirigeert werk van landgenoot Ernö Dohnányi: Minutes symphoniques pour orchestre uit 1933. Dohnányi’s kleinzoon, de dirigent, is ons beter bekend dan dit werk met een nochtans mooie orkestrale sonoriteit. Met zo’n orkest en zo’n compositie kan je ideaal de gelaagdheid ervan beluisteren. Na de eerste noten ontplooit de partituur zich in zijn volledige grootsheid.
Minder muzikanten op scène voor dat eigenaardige Eerste concerto voor viool van Béla Bartók. Het is een pas na zijn dood ontdekt jeugdwerk. En het is ook bijzonder omdat het niet zo’n klassiek “virtuoos” concerto is en met maar twee delen. Het ontwikkelt zich langzaam en zacht uit de eerste solistische noten naar het volledige klankenpalet van het orkest. Aan de viool niemand minder dan Renaud Capuçon, zelf artistiek directeur van het Paasfestival. Het tweede deel gaat veel sneller en ook hier lijkt de viool bijna te verdrinken in het orkest, maar dit is zonder rekening te houden met het krachtige vioolspel van Renaud Capuçon die er moeiteloos bovenuit klinkt.
Voor de meester van de orkestratie, Richard Strauss, komen weer alle muzikanten op scène om achtereenvolgens zijn Don Juan, de Dans met de zeven sluiers uit zijn opera Salome en Till Eulenspiegel te spelen, drie welbekende titels die je vaak ook op radiozenders kan horen. Maar in een concertzaal klinkt dat toch anders. Niet te geloven welke klankgolven die Don Juan door de zaal jaagt. En hoe uiterst verfijnd de orkestleden de dirigent ter wille zijn in die sluierdans, tamboerijn, xylofoon, harpen en triangel inbegrepen. Hoogtepunt is natuurlijk die Till Eulenspiegel. Een genot om zien en horen hoe punctueel het orkest op aangeven van Ivan Fischer die kleine en grote fratsen van Uilenspiegel muzikaal aanzet. En de muzikanten volgen hun dirigent, vrolijk genietend van dit krachtig en dan weer deinend slot. Heerlijk om mee te maken. Fischer liet zijn muzikanten zelf opdraaien voor de toemaatjes. Plots sprong als uit een doosje, maar hier uit het orkest, een jazzcombo en speelde een standard uit het American Songbook. Toch was het slot weer Hongaars. Twee violisten en een contrabas brachten de zaal in ware zigeuner stemming.
Een zeldzame zesde van Mahler, uitzonderlijk gebracht.
Laatste concert van deze Cimarosa muziekreis ging opnieuw door in Le Grand Theater de Provence. En ook alweer een meer dan voltallig symfonieorkest op scène, want Mahler 6 staat avondvullend op het programma. Het is niet de minste van zijn werken, reken op anderhalf uur muziek, met het Czech Philharmonic. Meteen een uitvoerige start die vooral “heftig, aber markig” klinkt, zoals het in de partituur staat van dit Allegro energico. Ritmisch op en top, dan weer lieflijk en opnieuw dat marsritme. Brede boogstreken en blazers zorgen voor een huiveringwekkende hoeveelheid klank. Bij het scherzo weer die ritmische start en wat een dynamiek. Je kan dit toch niet meer beluisteren zoals je met een Beethoven of Mozart zou doen. Je hebt meer oren nodig dan je hebt om dit alles te volgen. En zeggen dat dit allemaal komt uit dat éne brein van een componist die schreef in dat kleine optrekje aan zijn geliefkoosd meer. Totaal anders begint het Andante moderato, zwevend zacht en dan weer krachtig aanzwellend, dalend naar een slot. Zoiets moet je toch live horen en niet uit een paar boxen in je living. Bij de finale wordt nog maar eens een nieuwe golf klankwolken de zaal ingeblazen. En het duurt lang, ja. Langdradig misschien zelfs. Maar geen nood. Halverwege word je toch wakker geschud want je krijgt een dreun van die Mahler-hammer. Twee keer zelfs. En dan nog die fameuze gongslag, ook twee keer. Bij popconcerten delen ze soms oortjes uit. Misschien mocht dit ook hier….
Dirigent Semyon Bychkov leidt zijn Czech Philharmonic zonder één valse noot doorheen die onwerkelijke symfonie, drijft zijn muzikanten tot het uiterste. Allen vallen bij het slot oververmoeid stil. Pas na een lange eindpauze draait de chef zich om, klaar om het applaus in ontvangst te nemen. En hij bedankt achtereenvolgens alle secties van zijn orkest voor die inderdaad glansrijke prestatie. Maar wat is een orkest zonder componist die voor al die muzikanten en hun instrumenten zo’n uitmuntende partituur schrijft. Respect voor dirigent en orkest, ja maar meer nog voor de componist.
WAT: Wolfgang Amadeus Mozart, Symfonie 40 (K.550) en Grosse Messe (K.427);
Robert Schumann, Fantasiestücke op.73, Ludwig van Beethoven, Sonate voor cello en piano op.69, Johannes Brahms, Sonate voor cello en piano nr.1;
Ernö Dohnányi, Minutes symphoniques pour orchestre, op.36; Béla Bartók, Vioolconcerto nr.1; Richard Strauss, Don Juan, Dans met de zeven sluiers, Till Eulenspiegel Lustige Streiche
Gustav Mahler, Symfonie nr.6
WIE: Ensemble Vocal de Lausanne en Orchestre de Chambre de Genève o.l.v. Daniel Reuss; met solisten Berit Norbakken, sopraan; Barbara Kozeij, mezzo; Thomas Walker, tenor en Tobias Berndt, bariton.
Victor Julien-Laferrière, cello en David Fray, piano.
Budapest Festival Orchestra o.l.v. Ivan Fischer
Czech Philharmonic, o.l.v. Semyon Bychkov.
WAAR: Grand Théatre de Provence en Théatre Jeu de Paume, Aix-en-Provence.
WANNEER: resp. 1–4 april 2023.