In 2012 was het 75 jaar geleden dat de eerste Ysaÿewedstrijd plaats vond. Dat is op zich al een memorabel feit: een wedstrijd die het meer dan een halve eeuw uithoudt en bovendien, na de naamsverandering in 1951 tot Koning Elisabethwedstrijd (KEW), nog steeds bloeit.
Jubileum
In 2012 was het 75 jaar geleden dat de eerste Ysaÿewedstrijd plaats vond. Dat is op zich al een memorabel feit: een wedstrijd die het meer dan een halve eeuw uithoudt en bovendien, na de naamsverandering in 1951 tot Koning Elisabethwedstrijd (KEW), nog steeds bloeit.
De eerste editie, genoemd naar de beroemde Belgische violist Eugène Ysaÿe, werd gewonnen door David Oistrakh – het begin van een Russische triomftocht die jaren zou duren. Het succes was overweldigend en praktisch onmiddellijk werd besloten deze vioolwedstrijd uit te breiden met een pianowedstrijd. Zoals bekend, kwam daar later nog zang bij. Kandidaten moeten bovendien, via speciaal voor de wedstrijd gecomponeerde werken, laten horen hoe ze omgaan met muziek van vandaag. Veel details over de geschiedenis van dit concours leest u in het bijbehorende boekje van de jubileumbox met 5 cd's, speciaal gewijd aan de piano.
Jeugdsentiment
Eén van de (zeldzame) leuke dingen aan het "niet meer zo jong zijn" (eufemisme voor stilletjes oud worden) is het koesteren van jeugdsentiment. De jubileumbox beslaat de periode van 1952 tot 2010 en laat ons opnieuw genieten van de prestaties door memorabele pianisten waarvan we er een aantal zelf ontmoet hebben, ook live hebben weten optreden en – toppunt van jeugdsentiment – nog een vinylplaat zorgzaam koesteren.
Kwaliteit
Vanaf het begin van de jaren 1950 wordt de opnamekwaliteit aanvaardbaar. In 1958 horen we voor het eerst stereo (op de Expo '58) en in de jaren 1960 neemt hi-fi een hoge vlucht… tot einde de jaren 1980 het digitale tijdperk zijn intrede doet. Het is hier niet de plaats noch het moment om een discussie aan te gaan over de zogenaamde "warmte" van analoge opnames en de "kille" perfectie van een moderne cd. Wat hier telt, is uiteraard de muzikale kwaliteit van de prestatie van toen nog jonge (!) herauten van de muziek. Zuiver pianotechnisch en ook wel op het muzikale vlak worden – met enige afstand – ook wel vragen gesteld. Is dit het werk van de winnaar van zo'n competitie, vragen sommigen zich nu af. Wel, ja dus.
Kader
Alles is relatief en dit is geen goedkope grap. Wie beseft in welke omstandigheden en na welke uitputtende weken deze momentopnames tot stand gekomen zijn, kan niet anders dan 'welwillend' toehoren. Recensies – met ophemelende of vernietigende kritiek – werden bij bosjes geschreven in illo tempore. De wedstrijdjury zelf – het kruim van pedagogen en solisten – heeft er vele uren over gedaan om zijn mening te vormen. Dus is kritiek hier niet meer op zijn plaats. Soms was het publiek het roerend eens met de uitslag, soms ook helemaal niet. That's part of the game. Grote namen die ons meteen te binnen schieten zijn Afanassiev (1972), Nikolsky (1987), Braley (1991) en Vinnitskaya (2007). Maar ook Manz (1983), Ashkenazy (1956), of Frager (1960) zinderen nog na in het geheugen. Wat er later met die meer dan beloftevolle talenten gebeurd is, is een aparte geschiedenis. Soms worden het wereldsterren, soms worden ze vergeten, soms raken ze aan lager wal, soms komt een dramatisch einde aan hun leven. Deze box is een 'must' voor de liefhebbers: de geschiedenis van een wedstrijd in een notedop.