Het behoeft geen betoog dat Mechelen altijd een muziekstad is geweest. In de zestiende eeuw zag de componist Philippus de Monte er het levenslicht, en in de zeventiende eeuw zette de grootvader van Ludwig van Beethoven zijn eerste muzikale stappen in het Koraalhuis van Sint Rombout.
Zangschool wordt conservatorium
In 1879 zou het Lemmensinstituut gesticht worden in de Dijlestad en het Sint-Romboutskoor onder Jules Van Nuffel bereikte halverwege de twintigste eeuw een internationaal niveau. Opvallend is dat de muziek in Mechelen lange tijd louter verbonden bleef met het religieuze. In 1842, precies 175 jaar geleden, kwam daar verandering in met de stichting van een zangschool die zou uitgroeien tot het huidige Stedelijk Conservatorium voor Muziek, Woord en Dans van Mechelen.
In 1841 schreef de Gentse edelman Limnander de Nieuwenhove een brief naar het Mechelse stadsbestuur, ondertekend door 97 respectabele burgers, met de dringende vraag om een muziekacademie op te richten die door de stad zou worden gefinancierd. Een jaar later was de École de chant een feit, een stedelijke zangschool met een twintigtal leerlingen onder leiderschap van Pierre Verelst. In 1850 werd de zangschool omgedoopt tot een Muziekacademie en werd het aanbod gestaag uitgebreid naar alle gangbare instrumenten: eerst de strijkers, dan de blazers.
Meteen bij zijn aanstelling als directeur in 1868 stelde Gustaaf Van Hoey de voorwaarde dat er een muziekbibliotheek zou worden uitgebouwd rond de Muziekacademie. Wat dat betreft liep Mechelen ver vooruit op de andere Vlaamse academies. Wanneer in 1875 ook meisjes en volwassenen werden toegelaten in de Muziekacademie, groeide de notenleerklas uit tot een vierstemmig koor.
Gemotiveerd door de kracht van gebundelde muzikanten, richtte toenmalig directeur Cyriel Verelst in 1906 een orkestklas op, die in de loop van de 20ste eeuw zou uitgroeien tot een belangrijke muzikale pijler in het Vlaamse muziekleven. Tijdens zijn directeurschap aan het Conservatorium van Mechelen tussen 1921 en 1930 gebruikte August De Boeck het orkest als klankbord voor zijn eigen composities en liet hij het orkest ook kennismaken met het grote symfonische repertoire.
Vooral zijn opvolger Godfried Devreese (directeur tussen 1930 en 1957) leidde het Conservatoriumorkest en de bijhorende Conservatoriumconcerten naar de Belgische top en ‘veroverde zo met één slag van zijn dirigeerstok stormenderhand het hart der Maneblusschers’ (Het Laatste Nieuws 1940). De Conservatoriumconcerten vormden een regelmatige cyclus van muzikale hoogvliegers, met vooral aandacht voor componisten van eigen bodem en voor hedendaags klassieke muziek. Op die manier werd Mechelen een belangrijke culturele haven tussen Brussel en Antwerpen in.
Woord
Sinds 1921 was er in Mechelen ook plaats voor woordkunstenaars. In 1919 hadden dertien Mechelse toneelgezelschappen een brief gestuurd naar de stad Mechelen, met de vraag om ook een afdeling Woord in te richten in de Academie. Het in voegen treden van de afdeling Woord viel samen met de aanstelling van De Boeck als directeur én de prestigieuze naamsverandering van Muziekacademie naar Conservatorium. De eerste bezieler Felix Rossenbacker legde het fundament voor de geëngageerde en creatieve afdeling Woord van vandaag: hij schreef toneelstukken met de hand over en timmerde zelf aan de decors die hij gebruikte bij zijn leerlingenvoordrachten in de Mechelse Stadsschouwburg.
De afdeling Woord onderhield steeds zijn banden met de uitvoeringspraktijk. In 1956 richtten enkele oud-studenten Woord het Mechels Miniatuurtheater op, met Wilfriede Bruienne, de familie Verreth en Jacques Van Assche als pioniers. Ook vandaag stromen nog veel oud-leerlingen door naar de acteerwereld, op het scherm of op het theaterpodium.
Dans
Als derde steunpilaar van het Conservatorium van Mechelen is er de afdeling Dans. In 1958 vroeg toenmalig directeur Godfried Devreese aan de bekende ballerina Hortense Champagne om de solo uit Tsjaikovski’s Zwanenmeer te dansen met zijn Conservatoriumorkest. Amper een jaar later, wanneer Peter Cabus directeur werd, begon een nauwe samenwerking tussen Champagnes eigen ‘Koninklijke Balletschool De Jeugd’ en het Conservatorium van Mechelen. In 1988, na het pensioen van Champagne, ging de dansschool op in het Conservatorium onder de naam ‘Koninklijk Conservatoriumballet’. Ondertussen biedt de Mechelse afdeling het ruimste aanbod aan in heel Vlaanderen, met naast klassiek ballet (mét live pianobegeleiding) ook hedendaagse dans, initiatie, verschillende specialisaties en zelfs flamenco. Een twintigtal vrijwilligers onderhoudt bovendien het naaiatelier, waar de kostuums worden gemaakt uit stoffen, gefinancierd door de jaarlijkse wafelbak.
In de jaren ’90, onder het directeurschap van Jan De Maeyer, kreeg het Conservatorium stilaan de vorm die het nu heeft. Het aanbod groeide aanzienlijk dankzij de richting Oude Muziek en een uitgebreide richting Jazz en Lichte Muziek. Ondertussen is de kaap van de 2000 leerlingen al ruim overschreden en is de school ook aanwezig in de meeste Mechelse deelgemeentes. Het Stedelijk Conservatorium van Mechelen voor Muziek, Woord en Dans, momenteel geleid door de ambitieuze directeur Tom Van den Eynde, bestaat dan ook niet voor niets al 175 jaar. Het is een school waar iedereen zich thuis voelt, ongeacht leeftijd, geslacht, afkomst, aanleg, opleiding, beroep of interesses.
Hieronder geven we u de feesttoespraak van de Mechelse Schepen voor Cultuur, Björn Siffer die er niet voor terugschrok ‘volksverheffing’ – meer dan terecht trouwens ! – in de mond te nemen.
Beste vrienden,
Welkom in dit kakelvers 2017, welkom op deze heuglijke dag, welkom in onze prachtige Stadsschouwburg.
Artistiek talent, beste aanwezigen, laat ons genieten van de vruchten van kunde en inspiratie. Want zoals u en de docenten van het conservatorium maar al te goed weten, begint de oogst van een artiest niet bij laaghangend fruit dat vanzelf in het mandje valt, maar gaat er – meestal toch – een heel proces aan vooraf. Métier krijg je niet in een vingerknip. Metier is meestal het gevolg van jarenlang hard werken en oefenen. In een Academie, een conservatorium of een beiaardschool.
Beste vrienden,
Vandaag zijn we hier samen om een huis te vieren waar scheppingsdrang én métier elkaar vinden in één streefdoel: artistiek engagement. Ik zou zelfs durven zeggen, met een in onbruik geraakt woord, volksverheffing. Vandaag heeft dat huis, ons Conservatorium, een belangrijke mijlpaal bereikt. Het Stedelijk Conservatorium voor Muziek, Woord & Dans van Mechelen bestaat maar liefst 175 jaar.
Ik ben dan ook verheugd dat u vandaag in ruime getale aanwezig bent om dit samen te vieren.
We nemen daarbij ook de tijd om even stil te staan bij het ontstaan van één van de oudste instituten voor deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen, bij wat het Conservatorium binnen onze stad en de ruime regio betekent en verder kan betekenen in de toekomst die ons allen na aan het hart ligt.
En artistieke toekomst heeft onze stad zeker en vast. Met het nieuwe beleid rond Mechelen Talentenfabriek biedt onze stad kunstenaars een ondersteunend kader. Artiesten worden samengebracht met andere kunstenaars, met creatieve ondernemers en stimuleren elkaar. De stad biedt werk- en toonplaatsen aan of helpt kunstenaars om die ruimte en mogelijkheden bij derden te vinden.
Met de artistieke ingebruikname van het Artenovagebouw koos Mechelen bijvoorbeeld voor kunst in de plaats van leegstand.
Anderzijds is onze artistieke werkplek voor jongeren H30 koploper in het activeren en begeleiden van jong artistiek talent. Mechelse jongeren vallen op dit eigenste moment in de prijzen in tal van uitingen van urban art. Mechelse jongeren breken door van hun tienerkamer, van de straat naar het professionele podium.
Mechelse jongeren zorgen voor een nieuwe wind op en rond ons Cultuurplein en binnen ons Cultuurcentrum. Het Mechelse antwoord op de vraag “Wat is kunst?” is ruim en erg toegankelijk, maar behoudt tegelijkertijd haar pit én kwaliteit.
Daarnaast kent onze stad een grote concentratie aan professionele kunstenorganisaties.
En midden in dat web van cultuurspelers zit ons kwaliteitsvol deeltijds kunstonderwijs. Daar zit onze jarige: het Conservatorium. Want als er één viriele stamvader is van veel artistiek talent, dan is het wel het Conservatorium.
De benaming conservatorium vindt haar oorsprong in het Latijnse conservare, dat verwijst naar de weeshuizen en opvangplaatsen voor ouderloze kinderen, waaruit omstreeks het jaar 600 van onze jaartelling zangknapen werden gerekruteerd. En toch, conservatief is het laatste wat je van ons huidige Conservatorium kan zeggen.
In 2015 doorstond dit instituut met glans de onderwijsinspectie. Daarnaast, en dat bewonder ik enorm, zet het Conservatorium activiteiten op buiten het curriculum. Ons Conservatorium is gangmaker en toont Vlaanderen de weg. We zien bijvoorbeeld een opvallende stijging van de lessen muziekinitiatie, waarmee het Conservatorium het beste bewijs levert dat er nood is aan een officieel muziekaanbod voor kleuters en kinderen tussen 6 en 8 jaar. Die lessen worden voorlopig nog niet gesubsidieerd door het ministerie van Onderwijs en werden ingericht door vzw De Vrienden van het Conservatorium.
Het is mijn vurige hoop dat Vlaanderen dit potentieel in de nabije toekomst officieel zal erkennen. In tijden van globalisering zijn cultuureducatie en muzische vorming héél belangrijk en moeten de drempels naar beneden.
En ik wil daar toch even kort verder op in gaan. Onlangs blokletterde een artikel in de Standaard “Luisteren is zilver, spelen is goud”. Het ging over het positief effect van musiceren op de uitvoerende functies van ons brein. Volgens de neurowetenschapper Artur Jaschke worden kinderen die musiceren beter in rekenen, lezen en taal. Zelf musiceren en vooral improviseren hebben een groter effect dan enkel luisteren. En wie leert luisteren naar wat buiten de comfortzone ligt, die werkt aan tolerantie, aan openheid voor wat afwijkt van wat men al kent.
Wat ik bij deze viering dus wil zeggen, is dat we ons Conservatorium moeten koesteren – want het haalt haar leerlingen uit de comfortzone. Naast metier kweken leerlingen ook tolerantie. Die basisattitude, genoemd als één van de voornaamste 21st century skills, is goud waard, zeker in deze tijden waarin beschaving onder zware druk staat van populisten en extremisten.
De leerlingen van het conservatorium, beste aanwezigen, hebben een grote keuze aan artistieke opleidingen binnen de domeinen muziek, woord en dans. En de actieve beoefening van de podiumkunsten mag dan centraal staan, een conservatorium is meer dan enkel het beoefenen van diverse kunstdisciplines. Het heeft ook als doel om van de leerlingen gepassioneerde kunst- en cultuurparticipanten te maken. Ook deze missie is in deze tijden van barbarij en vervlakking ontzettend belangrijk.
Beste vrienden, om af te sluiten, wat wens ik onze jarige?
Dat we samen met de Vlaamse overheid en onze lokale behoeders van artistiek talent nog lang verder mogen werken aan deze fantastische synergie. Dat dit oord van zelfontplooiing verder kan groeien in de breedte, maar zeker ook in de diepte, zodat onze stad kan blijven steunen op de artiesten en wereldburgers die ons Conservatorium jaar na jaar de wijde wereld in stuurt.
En waarvoor wil ik het Conservatorium in naam van de stad danken?
Voor dat onzichtbare gereedschapskistje dat elke leerling meekrijgt. Dat gereedschapskistje waarmee een mens artistieke creativiteit kan vormgeven. Dat en de eerder genoemde openheid vormen samen hét cadeau dat ons Conservatorium aan haar leerlingen en aan ze stad schenkt, al 175 jaar lang.
Namens het voltallige college van burgemeester en schepenen van de stad Mechelen dank ik uitdrukkelijk De Vrienden van het Conservatorium, de toegewijde directie en leerkrachten, de administratieve en technische medewerkers, alle leerlingen en iedereen die het Conservatorium een warm hart toedraagt! De afgelopen decennia heeft het Conservatorium met de afdelingen Muziek, Woord en Dans een sterke basis gelegd om verder te groeien en onze stad verder op sleeptouw te nemen.
Dankuwel en binnen 175 jaar staan onze fiere nazaten hier opnieuw!