Er is al veel getreurd om het heengaan, de laatste 10/12 jaar van enkele bekende Vlaamse kamerorkesten waaronder onder meer de Beethovenacademie, Prima La Musica en I Fiaminghi. Maar…!
Er is al veel getreurd om het heengaan, de laatste 10/12 jaar van enkele bekende Vlaamse kamerorkesten waaronder onder meer de Beethovenacademie, Prima La Musica en I Fiaminghi. Maar…!
Velen zijn wat blijven steken in het treuren (een begrijpelijk treuren) en ontdekten (nog) niet dat intussen andere ensembles het daglicht zagen. Een van die ensembles is het steengoede kamerorkest Arc En Ciel dat het vergelijk met de verdwenen orkesten aankan. Dit orkest, dat veel te weinig naambekendheid geniet in eigen land én het buitenland, is een professioneel gezelschap dat zopas zijn tiende verjaardag vierde. Je leest het goed, de tiende verjaardag al en mogelijk is deze recensie voor jou een eerste kennismaking. Een kamerorkest dat Wagner en Saint-Saëns uitvoert zoals dit, is meer dan alleen die kennismaking waard.
Op het programma stonden de Siegfried-Idyll van Richard Wagner (1813-1883) en zijn Wezendoncklieder, gezongen door de sopraan Tineke Van Ingelgem en van Camille Saint-Saëns (1835-1921) was het luisteren naar zijn tweede pianoconcerto – aan de piano zat Yanna Penson – en de bekende Dance Macabre waar concertmeester Kris Janssens de solo waarnam. Tom Deneckere dirigeerde.
Wagner versus Saint-Saëns…
Ik beken, de Siegfried-Ydill is niet het werk waar ik flauw van val. Het is naar mijn gevoel en smaak te lang gerokken, te smeuïg, te slepend zacht. Het was dan ook de verdienste van de dirigent en zijn orkest dat ik mijn aandacht moeiteloos bij het werk kon houden en ik, misschien voor de eerste keer, begreep wat Wagner allicht bedoelde met dit werk. Ik kon me nu het gevoel inbeelden wat het kan betekenen om ’s morgens vroeg, héél vroeg, je geliefde echtgenote op haar verjaardag te verassen en je eerstgeboren zoontje te eren met een stuk muziek. Wagner is dan wel slijmend lief in dit werk, maar anderzijds heeft hij zijn vrouw en zijn zoon niet willen wakker schrikken maar met zachtheid willen benaderen in de fijne strijkers waar kopers de eerste zonnestralen die de vroege wintermorgen dat ietsje extra warmte geven, opdagen.
Het tweede pianoconcerto van Saint-Saëns is redelijk goed bekend en het is zijn meest uitgevoerde concerto. Dirigent en orkest konden we altijd goed volgen, maar het werk eist zeer veel fysieke kracht en grote virtuositeit, zeg stoere mannelijkheid meer dan de fijne, soms schriele inbreng waar de pianiste haar punt van maakte. Het orkest overstemde soms ook de piano omdat ze, mogelijk ook door de minder goede akoestiek van de neogotische smalle en hoge kerk, niet voldoende doorklonk in de tutti-momenten.
Saint-Saëns versus Wagner…
De Dance Macabre werd door de vioolsolo knap ingekleurd. Het tempo was vlot maar niet gejaagd zodat de muziek goed begrijpelijk bleef. Oké, het is geen topwerk maar het veroverde toch de wereld en het vele publiek dat de Sint-Jozefskerk van Aalst goed deed vollopen. Goed want het beste moest nog komen en de avond kon al niet meer stuk.
Richard Wagner en Mathilde Wesendonck… Er was meer aan de hand en dat verneem je uit zowel de teksten van deze diepzinnige gedichten en de muziek die Wagner er op componeerde. Onlangs kregen we ze te horen op cd, gezongen door de beroemde Duitse tenor Jonas Kaufmann, maar ze nu terug horen door een sopraan overtuigt ons toch dat het wel degelijk een romige sopraanstem is die deze liederen moet zingen. Tineke Van Ingelgem is goed op weg om binnen een 5-tal jaar grotere Wagnerrollen aan te kunnen. Ze interpreteerde sterk, articuleerde zeer mooi en zong waar nodig met ruimtevullende kracht zonder de stem te forceren of in de hoogte schriel te worden. Alleen in de diepte is de stem nog wat zwakker, maar dat kleinere euvel zal zeker nog opgelost worden. Er was een mooie symbiose tussen orkest, dirigent en soliste. Een soliste die op deze avond voor de allereerste keer deze liederen voor publiek zong. Ze heeft ons overtuigd en met een gestreeld innerlijk konden we in ontspannen sfeer en goedgeluimd, samen me vele anderen, naar de receptie om dit tienjarig bestaan bij een natje en een droogje als een begin te begroeten van de volgende tien jaar.